Het mediterrane geluk

Elke stadswandeling verbaas ik me weer. Onze stedelijke flora is in korte tijd mediterraan herschapen. Twintig jaar geleden leerde ik allerlei vreemde stadsgasten in Zuid-Europese steden kennen, nu hoef ik daarvoor niet meer op vakantie. Nieuwe soorten in urbaan gebied zijn nu schering en inslag: de stad is het voorportaal van veel nieuwelingen. De toestroom hangt samen met de veelbesproken mondiale klimaatopwarming. Temperaturen lopen in steden hoger op dan daarbuiten en bieden zuidelijke soorten extra comfort. Alle veranderingen drukken ook een stevige stempel op de stedelijke plantengemeenschappen, die zich hervormen.

Tuingang-gemeenschap

Zo is op beschaduwde, vochtige, stenige plekken een eigentijds plantengezelschap ontstaan met Slaapkamergeluk en Schijnpapaver; een voor Nederland nieuwe straatgemeenschap. Het is nog wachten op een formele status. Daarvoor is een officiële vegetatiekundige beschrijving nodig; die is in de maak! De aftrap is onlangs gedaan, de eerste vegetatieopnames staan op papier. In de notities ligt nu vast met welke soorten dit duo voorkomt en in welke mate. In zocht de soorten op in hofjes, tuingangen en steegjes in steeds weer andere steden.

Schijnpapaver in brandgang

Slaapkamergeluk trof ik overvloedig. Dit ‘geluk’ heeft van oorsprong een regionale verspreiding beperkt tot de Balearen, Corsica en Sardinië (endemisch). Van nature bewoont het plantje rotsige, vochtige, beschutte plaatsen en dat is precies het milieu waarin het bij ons nu inburgert. In Nederland heeft slaapkamergeluk in 1995 op straat zijn intrede gedaan. Daarvoor huisde het binnenkamers, maar wie kent het nog als kamerplant? De soort hoort tot de familie van de brandnetels, maar doet daar in de verste verte niet aan denken. Het blijft ’s winters groen, maar is niet bestand tegen strenge vorst. Eenmaal gevestigd, zeker op beschutte plekken, is het moeilijk in bedwang te houden. Ieder afgebroken stukje van de draaddunne stengels is weer in staat om opnieuw uit te groeien. Slaapkamergeluk kan vanaf mei tot in augustus rijkelijk witroze bloeien. De soort is eenhuizig, draagt zowel vrouwelijk en mannelijke bloemen, die niets voortbrengen. Maar dat staat het geluk niet in de weg. In ons land plant het zich uitstekend vegetatief voort.

Slaapkamergeluk voelt zich thuis in schaduw