Nieuwe muurbloem in Heukels’ Flora 2020

De nieuwe Flora van Nederland, het standaardwerk de ‘Heukels’, zit eraan te komen! De laatste editie uit 2005, hangt ­-bij mij-­ van tape aan elkaar. Tegelijk toont de inhoud slijtage, ontbreken de vele nieuwe soorten die het laatste decennium bracht. Dit veldseizoen moeten we het nog zonder de update doen, maar in april 2020 is het zover. Je kunt een mooie verfrissing tegemoet zien; de hernieuwde Flora presenteert 220 extra soorten. Een aanzienlijk deel, 120 soorten, is van het predicaat ingeburgerd voorzien. Dat houdt in dat ze al meteen als vast deel van onze flora worden beschouwd. Dat is een hele stap. De stadsflora is met maar liefst 75 soorten hofleverancier.

Kleine muurbloem op inburgeringsplek in Amsterdamse Pijp.

Aan de Heukels’ Flora is ook een moeilijke muurbloem toegevoegd. Tot aan de deadline van de Flora is er druk aan soorten gesleuteld en op de valreep kwam de ware identiteit van de Kleine muurbloem Erysimum aureum aan het licht …. Een opluchting, want al jaren vormde het plantje een onoplosbaar mysterie. Muurbloemen zijn complex van aard, met in Europa en aangrenzend Azië vele soorten waarvan de taxonomie nog deels onopgehelderd is.

De kleine bloemen en wijduitstaande vruchten (hauwen) zijn kenmerkend.

Met Kleine muurbloem heeft Muurbloem Erysimum cheiri er een compagnon bij gekregen. Onze ‘klassieke’ Muurbloem heeft een roemruchte geschiedenis. Het is een vroege cultuurplant, gekweekt door de Romeinen. Zij brachten twee verwante muurbloemen uit de Grieks-Egeïsche regio samen in een kruising; de huidige Muurbloem. In de Middeleeuwen werd deze naar onze contreien gebracht. Dodoens maakt gewaag van deze ‘muurviolier’ in zijn vermaarde Cruijdeboeck (1554). Muurbloem is sindsdien als zeldzame, bedreigde muurplant deel van oude, monumentale gebouwen; vestingwerken, ommuringen, stadspoorten, ruïnes en forten.

Kleine muurbloem kan minieme afmetingen hebben.

De moderne tijd brengt ons nu een tweede muurbloem. Het is evenzo een nieuwe introducé, ditmaal uit Oost-Europa/West-Azië. Kleine muurbloem is in recente tijd aangeplant in tuinborders en geveltuinen. Opvallend is het gemak waarmee deze soort van plek ruilt, en daarbij de aanplantplaats verlaat en de straat verkiest. Op zonnige plaveisels leven ze op, zaaien daar uit en keren jaar op jaar terug. Daarmee zijn ze deel geworden van de wilde stedelijke straatflora. Kleine muurbloem werd in 2010 allereerst in Amsterdam opgemerkt en daarna op 10 locaties elders in de hoofdstad. Ook daarbuiten kwam de soort in het viezer, in Haarlem, Utrecht, Nijmegen en recent in Grevenbicht. Het verschil met ‘gewone’ Muurbloem zit hem in de vruchtsnavel, die is ongedeeld, terwijl die van Muurbloem duidelijk tweetoppig is met naar buiten geboden stempellobben. Kleine, staat voor kleinbloemig, duidend op de geringe afmetingen van de kroonbladen. De plant is twee- of meerjarig, wordt circa 45 cm hoog, maar kan ook minieme maten hebben. Verwar Kleine muurbloem niet met Steenraket, een eenjarige Erysimum-soort.

Zo ziet de determinatiesleutel er in de komende Heukels’ Flora uit!
Links: Kleine muurbloem met ongedeelde snavel Rechts: de tweetoppige snavel van ‘Gewone’ muurbloem.

 

Kleine muurbloem is straks voor een ieder met de nieuwe Flora te determineren, dat is mooi. Maar de primeur is voorbehouden aan deze weblog. Ik zou zeggen speur komend seizoen al naar deze muurbloem, met deze sleutel in de hand.