Dat is pas schraal

Begin mei verscheen vanuit Rutger Barendse een bericht over hooiland in de stad. Samengevat komt het er op neer dat wanneer grasstroken in de stad niet bemest worden, met enige regelmaat gemaaid worden en het maaisel afgevoerd wordt, dat je dan toch wel behoorlijk bloemrijke graslanden creëert. Wanneer je te weinig maait, domineren grassen en ruigtesoorten en winnen deze de competitie van de bloemrijke soorten. Wanneer je te veel maait, komen de bloemrijke soorten niet tot vruchtzetting en zullen uiteindelijk verdwijnen. Maar het kan nóg extremer en deze maal leidt dat niet tot verder verlies van soorten, maar juist weer voor een toename!

Rondom het terrein van de Radboud Universiteit wordt krankzinnig vaak gemaaid. Jaar in jaar uit komt de grasmaaier voorbij, talloze keren per jaar. Maaisel wordt afgevoerd en elk jaar wordt het gazon schraler en schraler. Op een gegeven moment kom je bij het punt dat de bodem dusdanig verschraald is dat het gras niet snel meer groeit. Dit betekent dat de grasmaaier minder vaak langs hoeft te komen en dat betekent dat bloemrijke soorten weer de kans krijgen om hun zaadzetting te voltooien. Het zijn echter deze keer geen Madeliefjes en Pinksterbloemen die het gazon van leven voorzien, maar schraalland soorten als Hazenpootje, Zilverhaver, Muurpeper, Muizenoor en Klein vogelpootje. Vorige week trof ik een prachtige nieuwkomer op het terrein. Langs het fietspad stonden een 20 tal exemplaren van Grijs havikskruid in bloei. Helaas hebben maar enkele planten hun zaadzetting voltooid, want twee dagen later kwam de grasmaaier weer langs om mijn nieuwe ontdekking te onthoofden. Gelukkig is de plant meerjarig en zal dus niet zonder slag of stoot weer verdwijnen. Andere leuke schraalland soorten op het terrein zijn Lathyruswikke, Torenkruid en Duits viltkruid. Ik heb mij verteld gekregen dat hier enkele jaren geleden ook Gestreepte klaver heeft gestaan, maar die heb ik niet meer terug kunnen vinden. Die zal de strijd met de grasmaaier verloren hebben.

Grijs havikskruid

Deze prachtige graslanden zijn een feest voor het oog en voor de insecten, maar niet voor het visitekaartje van de universiteit. Om de zoveel jaar wordt het gazon te droog, geel en kaal bevonden door degenen die de grasmaaier op pad sturen. Dan wordt er voedselrijke grond opgebracht, nog eens bijgemest en nieuw graszaad gestrooid. En waarom? Zodat de grasmaaier weer vaker op bezoek mag komen!

Duits viltkruid met Zilverhaver
Hazenpootje