Kamperfoelie, boomrank, honingzuiger

Het geslacht Kamperfoelie kent in Nederland twee inheemse soorten, waarvan de algemene Wilde kamperfoelie (Lonicera periclymenum) een klimmende groeivorm heeft. De zeldzamere Rode kamperfoelie (Lonicera xylosteum) heeft een staande, struikvormige groeivorm. De Engelse namen voor dit geslacht zijn woodbine (boomrank) en honeysuckle (honingzuiger). De soort wordt door veel insecten bezocht vanwege de nectar die de bloemen produceren. Er zijn echter nog een stuk of wat soorten meer, die als tuinplant aangeplant worden. Kamperfoeliesoorten maken bessen die gegeten worden door vogels en zo verspreid worden door het land. De verspreiding van de soorten lijkt vrij willekeurig, maar als je de verspreiding op km-hok niveau bekijkt, zie je dat Kamperfoelie voorkeur heeft voor zandgrond.

Wilde kamperfoelie, links op uurhok schaal (5 km2), rechts op km-hok schaal (1 km2).

Wat voor andere soorten zijn er dan? Bijzonder veel, ongeveer 17 in totaal, ze zijn in de meeste gevallen goed herkenbaar, al maakt bloei het wel een stuk gemakkelijker om ze te identificeren. De soorten verschillen in groeivorm, zoals al eerder bij Wilde kamperfoelie en Rode kamperfoelie toegelicht is, maar tevens in grootte, kleur en vorm van de bloemen, in kleur van de bessen en vorm en beharing van het blad. Het is niet altijd gemakkelijk om vast te stellen of er sprake is van verwildering of aanplant, maar in bosranden en in de duinen is verwildering van deze soorten niet zeldzaam. De soorten zijn ook zeker niet zeldzaam in het stedelijk gebied en gezien hun oorsprong beschouw ik de soorten dan ook als stadsplanten, al zul je ze vaker verwilderd in bosranden vinden, dan in steden.

Lonicera tatarica, o.a. herkenbaar aan de struikvormige groeivorm, de zachtbehaarde bladen en de meestal rode bloemen met vierlobbige bovenlip.

Struikvormige soorten zijn onder andere Lonicera nitida en Lonicera pileata, twee kleine soorten met kleine, glimmende bladen die voornamelijk in het stedelijk gebied aangetroffen worden. Er zijn ook een hoop grootbladige, struikvormige kamperfoeliesoorten, waaronder Lonicera x purpusii, herkenbaar aan het ontbreken van bladen tijdens de bloei. Verder zijn er nog de struikvormige Lonicera tatarica, herkenbaar aan de zachtharige stengelbladen en de vierlobbige bovenlip. Ten slotte zijn er nog Lonicera nigra met zwarte bessen en Lonicera maackii, herkenbaar aan de glimmende, lang toegespitste bladen.

Lonicera acuminata, herkenbaar aan de klimmende groeivorm, de blauzwarte bessen en de behaarde stengel.

Klimmende Kamperfoelie soorten kunnen onderaan de bloeiwijze vergroeide stengelbladen hebben, dit zijn Tuinkamperfoelie (Lonicera caprifolium), Lonicera x heckrottii, Lonicera x tellmanniana en Lonicera etrusca. Andere klimmende soorten zijn Japanse kamperfoelie (Lonicera japonica) met zwarte bessen, witte en gele, paarsgewijs staande bloemen. Ook is er nog Lonicera acuminata, herkenbaar aan de blauwzwarte bessen, de glimmende bladen en de behaarde stengel.

Heb je een soort uit het geslacht Lonicera gevonden, dan kan je deze met enkele buitenlandse determinatieboeken als New Flora of the British Isles (Stace, 2019) determineren. Als je dit boek niet hebt, adviseer ik de online determinatiesleutels Manual of the Alien Plants of Belgium (Engelstalig) en Blumen in Schwaben (Duitstalig).