Ik woon op een doorgezakt trommelvel in de stad

De laatste tijd zijn er veel veranderingen gaande in de Rivierenbuurt in Amsterdam. De Rivierenbuurt is een uitbreiding van Amsterdam in de Buitenveldertse polder in de jaren 20 van de vorige eeuw. Voor de bouw van de huizen werd de polder opgehoogd met zo’n vier tot zeven meter zand. Je kan de polder zien als een soort trommelvel dat door de jaren heen in het midden is gaan zakken door het gewicht en de zetting van het zand.  Deze verzakking heeft gevolgen gehad voor het rioleringsstelsel. Door de verzakking functioneerde de afvoer van water via de riolering niet goed meer. En met het vernieuwen van de riolering en het verplaatsen van het gemaal is besloten om ook Wadi’s aan te leggen om het overtollige regenwater van de stoep en de daken te kunnen opvangen.

Wadi

De term Wadi komt uit het Arabisch en betekent droog rivierdal dat zich bij regen vult. Minder poëtisch is het ook de afkorting van Water Afvoer Drainage en Infiltratie. Amsterdam heeft een aantal kwetsbare wijken voor wat betreft overstroming bij hevige regenval. Het water kan dan niet meer afgevoerd worden met als gevolg straten die vollopen na een regenbui. De Wadi moet uitkomst bieden en zal het overtollige regenwater opvangen. De Wadi is niets anders dan een plantsoen, maar dan met een kuil zodat al het water naar de verlaging toestroomt. Deze verlaging kan met gras beplant worden maar beter is een variatie aan planten. Deze planten moeten zowel tegen natte voeten kunnen als tegen droogte. Daarbij spelen regenwormen en de diepte van de wortels en de ondergrond een rol bij de mate van infiltratie.

De Wadi in de Oogststraat linksboven overwoekerd door Haagwinde, rechts de pluimen van Ruwe smele “Goldtau”en linksonder de onlangs gekortwiekte Ruwe smele “Goldtau”

Een Wadi in Betondorp

Betondorp in Amsterdam is ook een wijk waar al eerder Wadi’s zijn aangelegd, zo rond 2020 in de Oogststraat, omdat ook deze wijk een knelpunt is bij te veel regen. Dus ben ik eens gaan kijken hoe deze Wadi beplant is en of er ook al ontsnappingen te zien zijn. Meestal worden de Wadi’s beplant met planten die niet inheems zijn terwijl er toch ook genoeg alternatieven zijn voor beplanting met inheemse planten. De plek die het natst is in een Wadi wordt meestal beplant met grassen en zeggen. De Wadi in de Oogststraat was op het moment dat ik er ging kijken volop in bloei en bovendien overwoekerd door planten die zich niets aantrekken van het verlaagde plantsoen en gezien worden als echte onkruiden. Zo was een gedeelte helemaal overwoekerd met Haagwinde (Convolvulus sepium) uiteraard veel echte stadse grassen zoals Harig vingergras (Digitaria sanguinalis), Europese hanenpoot (Echinochloa crus-galli) en ook Reukeloze kamille (Tripleurospermum maritimum), Grote brandnetel (Urtica dioica) en Akkerdistel (Cirsium arvense). Het was duidelijk dat de onderhoudsdienst nog niet langs was geweest.

Als gras hadden ze hier gekozen voor Ruwe smele (Deschampsia cespitosa) maar dan wel de cultivar “Goldtau”. Ook het siergras Klein prachtriet (Miscanthus sinensis) en dan de cultivar “Morninglight” is er geplant. Als Zegge hebben ze gekozen voor Palmzegge (Carex muskingumensis).

Ruwe smele

Ruwe smele is een inheems gras dat toeneemt door klimaatverandering en is te vinden in de uiterwaarden en andere gebieden die tijdelijk onder water staan. Het is een prachtig gras dat in pollen groeit. In bloei zie je mooie pluimen van wel 20 cm lang heen en weer wuiven in de wind. De wortels kunnen wel een meter lang worden.

De cultivar die in de Wadi stond met zijn gouden uiterlijk, was zich al aan het ontworstelen aan zijn standplaats en rondom zag je nieuwe groeiplekken van het gras. Het is dus een gras dat wel degelijk kan ontsnappen en kan verwilderen. Het blad en het tongetje zien er hetzelfde uit als van de Ruwe smele die inheems is in ons land. Het verschil met de inheemse Ruwe smele is de kleur van de bloeiaar die een meer gouden gloed heeft dan de inheemse Ruwe smele.

Begin september kwam ik terug om te kijken en zag ik dat alle Ruwe smele “Goldtau” was afgeknipt, dit terwijl het advies is om de stengels van grassen te laten overwinteren voor de insecten.

Overal om de Wadi heen zag je ontsnappingen van de Ruwe smele “Goldtau”

Klein prachtriet

Het siergras Klein prachtriet “Morninglight” was niet gaan verwilderen. Volgens de verspreidingsatlas zijn er tientallen cultivars in de handel. En er zijn aanwijzingen dat deze siergrassen zich behalve vegetatief ook via zaad kunnen verspreiden. Advies van de verspreidingsatlas is om een verwildering op te sturen naar het Nationaal Herbarium in Leiden omdat de soort vanwege de cultivars moeilijk op naam te brengen is. In Amsterdam zijn wel al verscheidene verwilderingen van dit prachtriet waargenomen.

Beplanting met Klein prachtriet “Morninglight”

Palmzegge

Ook Palmzegge stond in de Wadi, een zegge die we onlangs nog bij een inventarisatie tegenkwamen in Ouderkerk aan de Amstel, zomaar in een bossig plantsoen. Een soort die sterk kan lijken op Ruige zegge (Carex hirta), in een vegetatief stadium. De palmzegge lijkt alleen qua groeivorm op Ruige zegge maar heeft niet de beharing die zo kenmerkend is voor Ruige zegge.  De Palmzegge zou zich alleen vegetatief in Nederland voortplanten omdat het hier geen zaad kan zetten. Er was geen oorsprong te bekennen van de verwildering dus vermoedelijk betrof het hier tuinafval dat opnieuw aangeslagen was.

Palmzegge in de Wadi van de Oogstraat

Conclusie

De conclusie is dat het voor stadsfloristen niet echt makkelijk determineren is met al die cultivars. Bovendien valt het me op dat er zo weinig aandacht is voor inheemse planten in deze nieuw ontworpen Wadi’s. Dit terwijl er genoeg inheemse planten zijn die het goed doen in Wadi’s. De Cruydthoeck geeft advies en levert mengsels voor Wadi’s zowel voor zwaardere grond als voor zandgrond.

Een voorbeeld van een mengsel voor zwaardere grond dat inheemse planten bevat ,die goed zowel in droge als in natte grond kunnen staan:  Duizendblad (Achillea millefolium),Wilde bertram (Achillea ptarmica), Gewoon barbarakruid (Barbarea vulgaris), Knoopkruid (Centaurea jacea), Glad walstro (Galium mollugo susp. erectum), Gewone margriet (Leucantemum vulgare), Moerasrolklaver (Lotus pendunculatus), Grote kattenstaart (Lytrum salicaria), Smalle weegbree (Plantago lanceolata), Gewone brunel (Prunella vulgaris), Scherpe boterbloem (Ranunculus acris), Grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius), Kleine ratelaar (Rhinanthus minor), Vertakte leeuwentand (Scorzoneroides autumnalis), Dagkoekoeksbloem (Silene dioica), Echte koekoeksbloem (Silene flos-cuculi) en Grasmuur (Stellaria graminea).

Kortom, bijna allemaal de planten die we zo regelmatig in de stad tegenkomen en bovendien nuttig zijn voor de insecten.

Bronnen

Verspreidingsatlas-Klein prachtriet

Verspreidingsatlas-Palmzegge

Verspreidingsatlas-Ruwe smele

Podcast wandeling rivierenbuurt

Cruydthoeck

De planten zijn op naam gebracht met behulp van het beplantingsplan

Oogststraat van de Gemeente Amsterdam

Over de auteur

Recente berichten