Reuzenbalsemien – iedereen vindt hem mooi maar hij moet wel weg

De roodpaarse bloemen van de Reuzenbalsemien zijn vooral voor hommels aantrekkelijk. Zij kunnen door hun lange tong beter bij de nectar in het spoor van de bloem komen dan andere insecten.

Soms heeft dat vervelende consequenties. Planten, die vanwege hun mooie verschijning in tuinen zijn aangeplant, houden zich niet altijd aan de grenzen van de tuin. Zij ontsnappen, verwilderen en in het ergste geval zijn het woekerplanten die andere wilde planten verdringen. Dat soort planten noemen we invasieve exoten en de Reuzenbalsemien is zo’n invasieve exoot.

De scherp getande bladeren van de Reuzenbalsemien staan in kransen rond de stengel.

Dergelijke planten kunnen met zeer grote aantallen bij elkaar staan en verdringen daarbij alle andere planten die er van nature thuishoren en het bijbehorend dierlijk leven. Een tweede groot nadeel van invasie exoten is dat de rijkelijk bloeiende planten veel insecten wegtrekken bij andere planten. Die insecten komen af op het stuifmeel van de fraai gevormde bloemen en de nectar. Door de bouw van de bloemen van Reuzenbalsemien zijn vooral hommels en honingbijen in staat van de nectar te snoepen.

De bloemen zijn meestal rood tot paars gekleurd maar er komen ook planten voor met lila tot bijna witte bloemen. De bloem bestaat uit drie kelkbladen waarvan het onderste kelkblad uitloopt in een zakvormig spoor. Nadat insecten voor de bevruchting hebben gezorgd verschijnen er doosvormige zaden. Als de zaden rijp zijn springen deze dozen met kracht open. Daarbij worden de zaden met kracht weggeschoten. Ze kunnen wel zeven meter ver terechtkomen. Eén plant kan wel 2.500 tot 4.000 zaden vormen. Als een paar duizend zaden tot een paar meter weggeschoten worden is het begrijpelijk dat de plant zich explosief kan vermeerderen. Vanwege de wegspringende zaden wordt de Reuzenbalsemien ook wel Reuzenspringzaad genoemd.

Bij aanraking springt een rijpe doosvrucht van de Reuzenbalsemien open en worden de zaden met grote kracht weggeschoten. Links een rijpe doosvrucht, rechts een open gebarsten exemplaar.
Klein springzaad, het kleine broertje van de Reuzenbalsemien, groeit ook overal in de stad.

Door de slechte eigenschappen van de plant staat hij op de zwarte lijst en moet Reuzenbalsemien verwijderd worden. Het zijn éénjarige planten. Maaien of uittrekken voordat er zaden worden gevormd is de beste methode. De plant heeft holle stengels en een oppervlakkig wortelstelsel. Eigen waarneming en ervaring  leert dat de planten wel vier meter hoog kunnen worden en redelijk makkelijk uit de grond te trekken zijn. Op plekken in natuurgebieden waar we twee jaar lang iedere plant die wij konden vinden verwijderde, is hij nog niet totaal verdwenen maar gereduceerd tot een klein aantal planten. Nog even volhouden en vooral de planten verwijderen voor ze in bloei komen en dan zijn we er hopelijk vanaf.

Dit exemplaar in een natuurgebied was meer dan 4 meter groot. In de stad houdt het meestal bij anderhalve meter wel op.

Over de auteur

Recente berichten