
Bottels van Hondsroos(Rosa canina) in Leidse Hortus botanicus – foto: Barbara Gravendeel
In het rosarium van de Leidse Hortus botanicus worden al ruim honderd jaar rozen gekweekt. Ik moet bekennen dat ik hier lange tijd met een grote boog omheen liep. Mijn aanvankelijke aarzeling kwam door de complexe evolutie van rozen door hybridisatie en genoomverdubbeling. Daardoor bleef de systematiek van de roos tot voor kort onopgehelderd. In 2018 kwam hier echter verandering in: toen werd de eerste genetische kaart van Veelbloemige roos (Rosa multiflora) gepubliceerd. Hiermee kan de evolutie van rozen en hun onderlinge verwantschap worden gereconstrueerd.
In ons stedelijk gebied komen momenteel twaalf soorten rozen voor die genetisch onderscheidbaar zijn, zie onderstaande tabel. Daarvan zijn er vijf inheems, en enkele andere soorten ontsnappen uit tuinen.
| Latijnse naam | Nederlandse naam | Herkomst | Bloemen | Onderzijde van deelblaadjes; vorm steunblaadjes; vorm van stekels | Kelkkroon op rozenbottels |
| R. canina | Hondsroos | Inheems | 1-3 | Kaal of alleen op middennerf behaard; beklierd en gewimperd; haakvormig gebogen | Afvallend |
| R. corymbifera | Heggenroos | Inheems | 1-3 | Behaard; beklierd en gewimperd; haakvormig gebogen | Afvallend |
| R. gallica R. gallica ‘Officinalis’ | Franse roos Apothekersroos | Midden en Zuid-Europa en West-Azië | Alleenstaand | Behaard; beklierd en gewimperd; recht tot zwak gekromd | Afvallend |
| R. glauca | Bergroos | Midden- en Zuid-Europa | 2-6 | Van onderen onbehaard, soms op hoofdnerf behaard; recht | Blijvend, opgericht |
| R. majalis | Kaneelroos | Europa en Azië | 1(-3) | Dicht behaard maar niet beklierd; ingerold; recht of iets gebogen | Blijvend, opgericht |
| R. moschata | Muskusroos | Iran, Afghanistan | Alleenstaand | Van onderen op nerven behaard; ongedeeld; zwak gekromd | Afvallend |
| R. multiflora | Veelbloemige roos | Oost-Azië | 10-20 | Kaal en niet beklierd; ingesneden; gekromd | Afvallend |
| R. rubiginosa | Egelantier | Inheems | 1-5 | Van onderen beklierd, geur na kneuzen ‘appelachtig’; gewimperd en beklierd; haakvormig gebogen | Blijvend, opgericht tot zijdelings afstaand |
| R. rugosa | Rimpelroos | Oost-Azië | 3-5 | Van onderen dicht behaard maar klierloos; breed; recht | Blijvend, opgericht |
| R. spinosissima | Duinroos | Inheems | Alleenstaand | Kaal; gaaf; recht | Blijvend, opgericht |
| R. villosa | Bottelroos | Inheems | 1(-3) | Aan weerszijden viltig behaard, van onderen beklierd, met sikkelvormige oortjes; recht | Blijvend, opgericht |
| R. virginiana | Virginische roos | Noord-Amerika | 3-5 | Kaal en niet beklierd; ongedeeld; recht | Afvallend, zijdelings afstaand |
De verschillende soorten zijn gelukkig niet alleen met DNA maar ook via uiterlijke kenmerken te herkennen. Dat kan bijvoorbeeld met behulp van de vorm van de stekels.



Stekels: gekromd (R. moschata), haakvormig gebogen (R. rubiginosa), recht (R. glauca)
– Foto’s Martin White
Daarnaast zijn de stand van de al dan niet afvallende kelkkroon en losse of gefuseerde stijlen op de bottels goede hulpmiddelen om soorten mee op naam te brengen.



Kelkkroon op bottels: opgericht bij Duinroos (links), zijdelings afstaand bij Egelantier (midden) en afvallend bij Heggenroos (rechts). Foto’s Barbara Gravendeel
Tot slot zijn vorm en bekliering van de steunblaadjes goede sleutelkenmerken.

Steunblaadjes v.l.n.r. gaaf; ongedeeld; ingerold; gewimperd en beklierd; met sikkel-vormige oortjes; breed; diep ingesneden – Illustraties Barbara Gravendeel
Van de exotische soorten ontsnapt Veelbloemige roos (R. multiflora), te herkennen aan de diep ingesneden steunblaadjes, steeds vaker uit tuinen. De eerste stek werd in 1907 in de Leidse Hortus geplant. Vrijwilligers Martin White en Diedel Kornet tellen jaarlijks het aantal bloeiende rozen. Bij stijgende maandtemperaturen bloeien er meer rozen. Maar schijnt de zon te lang en fel, dan verdrogen de bloemknoppen en jonge bottels. Volgroeide rozenbottels worden door kraaien, merels en zanglijsters opgegeten en weer uitgepoept, waarna ook elders rozenplantjes ontkiemen.



Kraai eet rozenbottels in Utrecht. Foto’s – Arian Jacobs-Brouwer
Juni is de traditionele rozenmaand: dan bloeien de meeste soorten. Omdat in het rosarium van de Leidse Hortus veel verschillende rozen bij elkaar staan vindt geregeld kruisbestuiving plaats, met als resultaat nieuwe hybriden. Eén daarvan heeft fraai gekleurde bloemen en is windvast en meeldauwbestendig.



Bloemen (links), nog jonge bottel (midden) en steunblaadje (rechts) van spontaan gevormde rozenhybride in Leidse Hortus. Foto’s – Barbara Gravendeel en Martin White
Momenteel is het rozenbotteltijd. Afgaand op de stand van de kelkkroon en andere bloemresten op de bottels moeten de ouders van de spontaan gevormde hybride afkomstig zijn uit de groep van de egelantiers en rozen met vergroeide stijlen. Van ma heeft de hybride waarschijnlijk de roze-met-witte bloemkleur meegekregen en de ‘floppy’ steunblaadjes.
Van pa de zeer krachtige groeivorm, en de vergroeide stijlen. Het aantal bloemen per bloeiwijze zit tussen dat van beide ouders in. De precieze vader- en moederroos willen we met DNA-onderzoek achterhalen.


