Wassen in de stad – Zeepkruid

Wanneer ik een artikel bijna af heb, ga ik op zoek naar een nieuw onderwerp. Vaak komt er een idee op tijdens een inventarisatie of excursie. Dit keer viel mijn keuze op Zeepkruid (Saponaria officinalis). Wij vinden deze soort soms op de stoep, maar vaker in een berm of aan de rand van een plantsoen, tussen de aanplant. Dit is zo’n plant waar ik blij van word als ik hem zie.

Tijdens het voorbereiden bedenk ik of ik voldoende foto’s van de soort heb, of dat ik nog een stadium mis. Zo vond ik in april 2025 tijdens een inventarisatie van een kilometerhok in Lopik op de stoep Zeepkruid in het vegetatieve stadium. Daarvan heb ik meteen een foto gemaakt, want dat scheelt thuis zoeken naar oude foto’s. De planten vielen op door de bijna parallelle nervatuur van de bladen. Daaraan is de soort goed te herkennen, want niet veel soorten met duidelijke bloemen hebben dat. Smalle en Grote weegbree hebben ook parallelle nerven in het blad, maar die maken een bladrozet, waardoor de bladen meestal plat op de grond liggen. Ook bij grassen lopen de nerven parallel, maar dat is een duidelijk afgebakende groep.

De naam
Saponaria komt van het Latijnse woord sapo of het Griekse sapon: zeep en het achtervoegsel –arius: -achtig.
Officinalis betekent geneeskrachtig: de plant werd en wordt gebruikt in de apotheek.
Vooral de wortelstokken worden gebruikt. De wortelstokken, maar ook andere delen van de plant, bevatten saponine, een giftige stof. Deze stof geeft net als zeep, opgelost in water, een zeepachtig schuim door te schudden. De planten werden daarom vroeger in plaats van zeep gebruikt vanwege de reinigende werking. Niet alleen in de oorlog vanwege een tekort aan zeep, maar vroeger ook voor het wassen van bijv. wollen stoffen, omdat het milder is dan zeep.
In het Groot Handboek Geneeskrachtige Planten staat dat een afkooksel dienst kan doen als natuurlijke shampoo of wasmiddel. Je moet er dus wel wat voor doen voordat je kunt gaan wassen. Verder worden er heel veel medische toepassingen beschreven. Te veel om hier op te noemen.
Zeepkruid is lid van de familie Caryophyllaceae, de Anjerfamilie. Een kenmerk van deze familie is de meestal tegenoverstaande bladstand, met enkelvoudig blad. Verder is de bloeiwijze een gevorkt bijscherm: elke as eindigt in een bloem en er staan steeds twee takken onder een bloem. Zo’n zijtak ontstaat in de oksel van een schutblaadje. Het is een overblijvende plant. Vanwege de wortelstokken kunnen ze groepen vormen, zoals op de eerste foto boven, rondom een boom.
Het blad
Het blad is 1,5 tot 4 cm breed, heeft drie tot vijf nerven, is gaafrandig en heeft een spitse top. De beschrijving van de nerven is niet overal hetzelfde. Zelf hield ik het tot voor kort op parallelnervig. Dat is kennelijk te simpel gedacht.
Op Waarneming.nl lees ik: diepliggende nerven in de lengterichting. Dat klopt met wat ik zie.
Op de Verspreidingsatlas staat: Ze zijn 5 tot 10 cm lang en met drie of vijf uitspringende nerven.
Die tekst is indirect afgeleid van de Nederlandse Oecologische Flora waarin staat: de bladeren […] en vallen op door drie of vijf parallelle, uitspringende nerven.
Dit zou ik als volgt kunnen interpreteren: kijk je naar de bovenkant van het blad, dan liggen ze diep en kijk je naar de onderkant, dan zijn ze uitspringend.
Wanneer de bladen breed zijn, lopen de buitenste nerven een beetje krom. Dan kun je spreken van kromnervig. Dat is eigenlijk bij Grote weegbree ook het geval.
Zo staat het bij Zeepkruid in Natuur.flora: meestal kromnervig met drie of vijf nerven (soms veernervig).
Conclusie: laten we het erop houden dat moeder natuur ook hier veel variatie weet in te bouwen.
Vegetatief
Voor het gemak houd ik het dan voorlopig maar even bij “nerven in de lengterichting”. In het vegetatieve stadium zou je Zeepkruid misschien kunnen verwarren met Eendagsbloem (Tradescantia virginiana), maar die heeft geen tegenoverstaand blad en heeft veel meer nerven in de lengterichting. De nerven liggen ook minder diep. Een andere soort die vergelijkbare verwarring zou kunnen opleveren is Brede wespenorchis (Epipactis helleborine subsp. helleborine), want die lijkt soms op Eendagsbloem. Ook deze heeft geen tegenoverstaand blad en de bladen staan wat verder uit elkaar, wat meteen een rommeliger beeld geeft.

De bloem, de kleur
De welriekende bloemen van Zeepkruid staan dicht op elkaar bovenin de plant, aan de top van stengels en zijtakken. Ze hebben vijf kroonbladen, hoewel ik op foto’s ook bloemen tegenkom met zes kroonbladen. Naar wat ik zie, zijn ze meestal roze, maar in Heukels’ Flora lees ik: “Kroonbladen wit of roze”. Wel vind ik dat de intensiteit van het roze varieert van bleekroze tot roze. In de Nederlandse Oecologische Flora staat dat de bloemen dikwijls in de loop van hun bloei donkerder worden. Dat verklaart veel.

De kroonbladen zijn niet vergroeid. Bij de overgang van de nagel naar de plaat van een kroonblad, d.w.z. van het smalle, onderste deel naar het brede, bovenste deel, bevindt zich een in tweeën gedeeld, rechtopstaand aanhangsel. Dat is heel fraai afgebeeld in het Botanisch woordenboek. Op de foto hierboven zie je ze ook zitten, waar de meeldraden uit de opening in het midden van de bloem steken. Ze zijn korter dan de meeldraden en iets dikker. Hieronder in detail zo’n tweedelig aanhangsel. Dit aanhangsel is volgens het Botanisch woordenboek een kroonschub. Bij bijv. Dagkoekoeksbloem, ook een lid van de Anjerfamilie, zie je dit soort aanhangsels ook. Bij een Vergeet-mij-nietje, dat een vergroeidbladige kroon heeft, spreken we van keelschubben. Dat is een kenmerk van de Ruwbladigenfamilie.

Witte bloemen zie ik niet vaak, maar ik heb ze een keer in Amsterdam Slotervaart op de foto gezet. Ze stonden langs het fietspad van het Christoffel Plantijnpad. Daar zijn volgens mij lang geleden diverse soorten ingezaaid. Daar blijft steeds minder van over.

De vruchten en zaden
Op de foto van de witte bloemen zie je heel duidelijk dat de kelk behaard is. Dat is niet altijd het geval. De kelk kan ook kaal zijn. De kelk is smal en lang. Dat beeld zie je terug wanneer het vruchtstadium bereikt wordt. Daardoor kun je de habitus van de soort nog goed herkennen wanneer de plant is uitgebloeid.

let ook op de vele schutblaadjes; Zwolle, augustus 2012
De vrucht is een doosvrucht. Hierin ontwikkelen zich de vele zaden. Deze zijn plat, niervormig en iets knobbelig. De doosvrucht springt bij rijpheid open met vier naar buiten omgerolde tanden. De beharing van de kelk zie je hier nog om de doosvrucht zitten. Let wel: de kelk heeft vijf korte, toegespitste tanden.


Heukels’ Flora beschrijft dat de bloemen vaak gevuld zijn. Ik kan me niet herinneren dat ik zoiets zelf wel eens heb gezien. Misschien is het me gewoon niet opgevallen, maar daar ga ik voortaan op letten. Er zijn kennelijk diverse cultivars met dubbele bloemen die in tuinen worden aangeplant, zie bijv. deze foto. Deze ontsnappen vervolgens uit tuinen en worden door verwildering stadsplant.
Zeepkruid groeit vaak op steenachtige plaatsen en bij muren. Dat zie je niet terug in de naam. We kennen in de stad ook Muurzeepkruid (Saponaria ocymoides). Deze soort is echter in alles veel kleiner en het roze van de bloemen is donkerder. Ook deze tuinplant verwildert.
Bronnen
Leni Duistermaat – Heukels’ Flora (24e druk, 2020, p. 534)
Ton Denters – stadsplanten, veldgids voor de stad (1e druk, 2004, p. 72-73)
Ton Denters – Stadsflora van de Lage Landen (1e druk, 2020, p. 90)
Hans Vermeulen – Natuur.flora (2e druk, 2020, p. 332)
Dr. Geert Verhelst – Groot Handboek Geneeskrachtige Planten (10e druk, 2021, p. 670)
Drs. E.J. Weeda – Nederlandse Oecologische Flora (deel 1, p. 212)
Henk Eggelte – Botanisch woordenboek (2e herz. druk, 2010, p. 81-83)
Verspreidingsatlas: https://www.verspreidingsatlas.nl/1139 en https://www.verspreidingsatlas.nl/5342
Waarneming.nl: https://waarneming.nl/taxa/10057/, https://waarneming.nl/species/7410/ en
https://waarneming.nl/species/264617/
Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Saponine
Interessant artikel!
Er staat dat de saponinen (het zeepschuim) giftig zijn, zou je dit thuis kunnen zuiveren uit water na het wassen? Het zit naast zeepkruid ook in wasnoten. Zou dat kunnen door het water te filteren langs houtskool of eierschalen misschien zodat de giftige stoffen zich binden?