De Esdoornganzenvoet, een plant met geslachtsverandering.

Onlangs is bij mij in Rijswijk het grote stenen Boogaardplein heringericht met veel groen. Tot mijn verbazing vond ik daar in de nieuw aangevoerde grond een flink aantal Ganzenvoeten met een mooi blad. Ik herkende hem snel, het was de Esdoornganzenvoet (Chenopodiastrum hybridum). Deze Ganzenvoet is vrij makkelijk te herkennen aan zijn mooie, symmetrische blad met grove, hoekige wijd uit elkaar staande tanden.

De Rijswijkse ganzenvoet.

Het was niet de eerste keer dat ik de Esdoornganzenvoet aantrof bij mij in de omgeving. Vorig jaar zag ik hem in Den Haag, ook op een plek die nieuw ingericht was. Dit jaar is hij door anderen nog twee keer gevonden op andere plekken in Den Haag

De naamgeving lijkt vrij duidelijk, het blad lijkt zowel een beetje op een ganzenvoet als op een blad van de Noorse esdoorn. Vroeger had deze ganzenvoet een andere naam waardoor ik hem in oudere literatuur niet direct vond. Hij bleek daar Basterdganzenvoet te heten en als zodanig kan je hem o.a. vinden in de Nederlandsche Oecologische Flora en in de oude flora van Heimans e.a. Basterdganzenvoet past beter bij zijn wetenschappelijke naam want hybridum betekent bastaard. Ik heb geen idee waarom de naam veranderd is en ook kan ik niet vinden wat dan de ouders zijn van deze “bastaard”.

De Haagse ganzenvoet

Niet alleen de Nederlandse naam is veranderd, ook de wetenschappelijk naam is nu anders. De plant valt in de “oude” Heukels nog onder het geslacht Chenopodium, in de nieuwe Heukels valt hij onder het geslacht Chenopodiastrum. De plant heeft dus een “geslachtsverandering” ondergaan.

De Esdoornganzenvoet kan je vooral vinden bij de grote rivieren en in de duinen maar hij komt dus ook voor in de stad wanneer er grond is aangevoerd. Van oorsprong is de plant een archeofyt wat betekent dat hij voor 1500 in ons land is ingevoerd. Waarneming.nl noemt hem gewoon “inheems”. Het is een eenjarige plant die graag op omgewerkte, stikstofrijke grond groeit. Ton Denters noemt hem een zeldzame stedeling.

Tenslotte bestaat er ook nog een dubbelganger, namelijk: Chenopodiastrum simplex. Om het verschil te zien moet je naar de zaden kijken. De zaden van de Esdoornganzenvoet hebben een ruw oppervlak, de zaden van C. simplex zijn glad. De dubbelganger is te melden op waarneming.nl maar wacht nog op zijn eerste melding. Hier ligt dus voor ons een uitdaging!