Kruisbesherinneringen

Bloem kruisbes

Aan de kruisbes bewaar ik scherpe, vroege herinneringen. Niet ouder dan acht jaar sta ik op een warme zomermiddag in een tuin voor kruisbessenstruiken. Er zijn struiken met gele en met rode kruisbessen. De struiken zijn laag en ik kan makkelijk bij de bessen. Er zijn scherpe stekels aan de takken. De kruisbessen hebben haren. Je moet er in knijpen om te weten hoe rijp ze zijn. Als ze plat gaan, zijn ze te rijp. Het sap loopt over je vingers. Dan smaken ze flauw. De rode zijn lekkerder dan de gele. Heb je een goede dan is het binnenste zoet en zacht. Het buitenste vlees is stevig en zurig, maar lekker zuur.

Stadse kruisbes met stekels

Destijds wist ik niet dat kruisbessen (Ribes uva-crispa) ook in het wild in Nederland voorkomen. Dat besef drong maar stapsgewijs door. Voor het eerst zag ik ze bewust op kasteelruïnes in Valkenberg en in de Ardennen. In de verspreidingsatlas staan ze over het hele land verspreid, met als uitzondering de veenpolders in Zuid-Holland. Dat is ook wel te begrijpen omdat de plant kalk nodig heeft. Tot mijn verbazing stond er een paar jaar geleden opeens een aan de buitenkant van mijn tuin. Dit jaar bloeit hij voor het eerst. De kruisbes is dus ook een stadsplant.

Blad kruisbes

De bladeren zijn rondachtig met lobben en zachtbehaard. De bloemen groen en rood-paars en het vruchtbeginsel onder heeft klierharen. Zie bovenste foto. Die klierharen zitten later ook op de vrucht.

De geslachtsnaam ‘ribes’ komt van het Arabische ‘ribas’ dat een zuur smakende rabarbersoort was. Toen de Arabieren hun uit Palestina bekende ribas niet aantroffen, ging de naam over naar de eveneens zuur smakende kruisbessen. De soortaanduiding ‘uva-crispa’ betekent letterlijk ‘druif-gekroesd’.

Maar ook de naam van de ‘Grossulariaceae’ waartoe het geslacht ribes behoort, is via-via afgeleid van ‘kruis’ uit kruisbes. Dat zit zo: grossularia is een latinisering van het Frans grosseille, dat op zijn beurt weer is afgeleid van het Duitse Kräusel(beere). In heel West-Europa en ook in Nederlandse dialecten is de stamvorm kr-s. Als klinker daarbinnen komt van alles voor. De vorm ‘kruis’ is er daar één van, en betekent bij kruisbes waarschijnlijk ‘tros’.

Vrucht kruisbes

Van kruisbessen kun je ook lekkere jam maken. Jammer dat je die bijna nergens kunt kopen.