Ode aan de Vijgenboom

Lieveling

Het is mijn lieveling; de Vijgenboom. De liefde ontstond in 1990 toen ik mijn eerste, spontaan gekiemde stadsvijg ontdekte. Het was de periode waarin ik Amsterdam doorkruiste, opzoek naar het stedelijk plantenleven. Ik werkte aan het boek ‘Van Muurbloem tot Straatmadelief: wilde planten in en om Amsterdam’. Daarin onthulde ik de opkomst van stedelijke vijgenbomen. Met schrijver Koos van Zomeren deelde ik mijn vijgenboomfascinatie. Daarna ook met Henk van Halm. Door hun ogen, literair opgetekend, krijgt zijn karakter meer kleur. Na mijn eerste kennismaking onthaalde ik vele nieuwe vijgenbomen; in Amsterdam in totaal 150 zelfsettelende, eigenzinnige stedelingen.

“Het lijkt een heel waagstuk een vijgenboom zomer en winter buiten te laten. Het is immers een subtropische boom, niet gewend aan een stevige vrieswinter, denk je. Maar sinds enkele tientallen jaren groeien vijgenbomen ‘in het wild’ in sommige steden. Het iets warmere stadsklimaat laat ze de Nederlandse winter overleven.” Henk van Halm, Trouw 21 oktober 1992.

Vijgenboom Prinseneiland. Wat Koos van Zomeren voorzag gebeurde; bewoners rooide de ‘Minnemoerboom’, maar even verderop bivakkeert nu nog altijd, het 3 jaar jongere, nu 30 jarige exemplaar aan de Drieharingenburg [GPS 52.386686, 4. 887231.]

Ware stadsboom

De stad is vijgenboom goed gezind. In de ‘Stadsflora van de Lage Landen’ (pg. 264-265) krijgt hij als boegbeeld een warm onthaal. “Op zomerse dagen verkeren onze steden in mediterrane sferen. Vijgenboom levert daarbij een speciaal gevoel op; met deze boom waan je je echt aan de Middellandse Zee. Vijgenbomen zijn in onze contreien een nieuw fenomeen. In oude stadscentra, met name in de kustregio’s waar het klimaat milder is, vestigt deze vorstgevoelige, zuidelijke boom zich meer en meer. Op zonnige, beschutte, vorstluwe plaatsen kiemen ze. De boom verkiest stenige, rotsige bodems, zoals hij dat van huis uit gewend is, met stedelijke equivalenten daarvan. Zo vindt hij een heenkomen op oude muren, steenglooiingen, in putten, keldergaten en langs muurkanten.”

Topvertoningen

Amsterdam is topstad voor vijgenbomen, maar Utrecht steelt de show. Op een werfmuur aan de Oudegracht prijkt de bekendste Vijgenboom van ons laagland. Die is ongeveer 50 jaar oud. De boom had vooral in de kritische beginjaren profijt van verwarmingsbuizen in de muur, die de wortels vorstvrij hielden. Toen de werf in 1981 aan renovatie toe was, werd de gemetselde boogmuur met zijn vijgenboom zodanig gestut dat de boom op de authentieke groeiplaats kon blijven zitten. Naast Utrecht kent ook Gent twee vorstelijke bomen, iets jonger, maar vergelijkbaar monumentaal. Daarnaast is er in Leuven een Vijgenboom van allure: breed en imposant vertakkend op een sluismuur aan de Dijle.

Winterrust

s’ Winters is de boom kaal. In tegenstelling tot verwante soorten verliest de ‘echte’ vijgenboom, Ficus carica, zijn blad in de herfst. Zijn naaste komen vrijwel zonder uitzondering in de tropen voor. Er zijn een paar bekende kamerplanten bij, zoals Ficus elastica en Ficus benjamina. De echte vijg heeft wel net zulk melksap als de kamervijgen. Het blad komt in april te voorschijn. Het is tamelijk groot, vijflobbig, stug en ruw. In oktober vergeelt het, begint de bladval en gaat de boom in winterrust.

Winterbeeld, alle bladeren zijn gevallen, een enkele vijg rest.

Een verborgen wonderwereld

Op zondoorstoofde plaatsen kunnen onze wilde vijgen smaakvol zijn, maar rijpe zaden vormen ze niet. De gespecialiseerde mediterrane, piepkleine vijgenwespen, die de bevruchting verzorgen, ontbreken in onze contreien. Al voordat in april het blad verschijnt, zie je de toekomstige vijgen als glimmende, hardgroene knoppen aan de dikke takken zitten. Ze groeien vrij snel uit tot iets dat op een peertje lijkt. Het peervormige verschijnsel -een schijnvrucht- dat in het voorjaar verder uitgroeit, is een korte verdikte zijspruit, waarin de bloem opgesloten ligt. De bloemen zijn aan het zicht onttrokken; de nietige bloemen zitten op de binnenwand van het holle peertje. Ook de wespjes vinden niet zomaar de weg naar de bloempjes. Om ze te lokken maken de vijgenbomen gebruik van specifieke geurstoffen die enkel vrijkomen als er vijgen klaar zijn om bevrucht te worden. Meer info https://sites.google.com/site/wonderendernatuur2/vijgen-en-wespen en https://natuurwijzer.naturalis.nl/leerobjecten/onderzoek-vijg-en-vijgenwesp-werken-perfect-samen

Vijgenwespen verwekken vijgenbomen: ze leven in symbiose met de boom. Ze kruipen in vijgen, die binnenin bekleed zijn met bloempjes, bestuiven deze. Bij ons ontbreken deze specialistische wespen; onze wilde vijgenbomen groeien op uit op straat belanden, geïmporteerde consumptievijgen.

Signalement

De vijgenboom in het kort getypeerd. In alles toont hij schoonheid en kracht. De grillige groeivorm met lenige, kronkelende takken; de boom strekt zich tot 4 meter hoog, stoelt ook breed uit. Een miniem kiembed volstaat; stenige nissen, muurspleten, keldergaten, waarbij hij extremen doorstaat. De zon bakt, voedingsstoffen zijn schaars. De boom ankert in de harde ondergrond, put daaruit zijn grenzeloze energie, groeit op tegen alle verdrukking. Aan niets lijkt hij ten onder te gaan, na een catastrofe is er vaak een wederopstanding. Stoer zijn de robuuste bladknoppen, iconisch het Adam & Eva-blad, heerlijk de vruchten www.culy.nl/inspiratie/9-goddelijke-manieren-om-vijgen-te-eten. Bijzonder is de bevruchting: het wonder van ’n wonderlijke symbiose, een vijgenwespje die de voor ons niet zichtbare bloemen bezoekt en zaden tot leven wekt.

Bijbels

Met de druif en olijf behoort de vijg tot de oudste cultuurgewassen. In de bijbel neemt vijg een prominente plaats in, wordt ook als eerste plant genoemd: “Zij hechtten vijgenbladeren aaneen en maakten zich schorten” (Genesis 3 vs. 7). Het oogsten van vijgen is afgebeeld op Egyptische grafschilderingen. In zevenduizend jaar oude bewoningslagen in Jericho zijn vijgenzaden ontwaard.