Een Stralende Reus, goed voor biodiversiteit

Hoewel het een tuinplant is, wil het weleens voorkomen dat je op een vergeten plek in de stadsnatuur letterlijk oog in oog staat met de Griekse alant (Inula helenium). Want het is zo’n plant die je niet over het hoofd ziet. Ze kan met gemak 90 tot wel 200 centimeter hoog worden. Met haar indrukwekkende hoogte en opvallende gele bloemen valt ze goed op en ook hommels en andere insecten zijn dol op de bloemen.

De plant behoort tot de composietenfamilie, waar ook de zonnebloem en de madelief deel van uitmaken. Dat is goed te zien aan de stralende gele bloemen, die van juli tot augustus uitbundig bloeien.

De Griekse alant komt oorspronkelijk uit West- en Centraal-Azië en wordt al sinds de oudheid gewaardeerd om haar eetbare en geneeskrachtige eigenschappen. De Grieken noemden haar helenion, wat “de stralende, de schitterende” betekent, vernoemd naar de zon (hèlios). De Romeinen namen de naam over als inula, en Linnaeus combineerde beide namen tot de wetenschappelijke benaming Inula helenium.

Ondergronds ontwikkelt de Griekse alant een stevige, knolvormige wortelstok die heerlijk ruikt. Deze wortelstok zit boordevol inuline, een koolhydraat dat zelfs zijn naam aan de plant te danken heeft. De bladeren zijn spits en lancetvormig, met de grootste bladeren onderaan de stengel die naar boven toe kleiner worden. Bovenaan de stengel vertakken de bloemstengels zich, waaraan de prachtige bloemhoofdjes verschijnen.

Soms zie je bij de Griekse alant een bijzonder verschijnsel: fasciatie. Dit houdt in dat een stengel verbreed is. Dan lijkt het alsof diverse stengels met elkaar gegroeid zijn.