Rode en witte klaver. Een prachtkoppel

Mijn vorige blog had kleine klaver (Trifolium dubium) als onderwerp. Daarin vermeldde ik dat kleine klaver, witte klaver (Trifolium repens) en rode klaver (Trifolium pratense) onze grasveldjes en bermen, hoe klein ook, opfleuren. De laatste twee soorten hebben in deze blog nog geen eigen post gehad. Ze zijn wel beschreven in een post over basterdklaver. Hierover later meer. Het zijn beide heel algemene soorten, zowel in de stad als daarbuiten. Het zijn ook soorten die iedereen kent.

Rode en witte klaver. Foto van Wim van der Neut.

Niets bijzonders dus. Maar waarom deze blog over deze twee soorten? Om twee redenen. Ze zijn overal in de stad aan te treffen dus zijn het per definitie stadsplanten. Ook heel bekende en algemene soorten moeten aan bod komen. Bovendien is van elke soort wel iets bijzonders te vertellen en is er iets nieuws te leren. En dit is de tweede reden. En natuurlijk zijn het prachtige planten die een beschrijving verdienen.

Weetjes

Zo zal niet iedereen weten dat beide klavers van oudsher veel gekweekt werden. Hollands zaad van witte klaver werd al rond 1600 naar Engeland geëxporteerd. Ook rode klaver is veel gekweekt; al in de oudheid was rode klaver een veevoedergewas. Een aantal van deze gecultiveerde rassen van rode klaver worden in wilde-bloemenmengsels toegepast. Deze gekweekte rassen zijn herkenbaar door hun bleek-paarse tot roze bloemen die in opvallend grote hoofdjes staan. De wilde vormen zijn dieproodpaars van kleur.

Rode klaver met sint-jansvlinder. Foto van Peter Meininger.

Ook van witte klaver bestaan veel kweekvormen. Al eeuwenlang is witte klaver als groenbemester toegepast. Witte klaver bezit wortelknolletjes waarin bacteriën leven die stikstof uit de lucht kunnen binden. Voordat kunstmest beschikbaar werd, was dit een zeer nuttige eigenschap. Ook rode klaver wordt om dezelfde reden als groenbemester gebruikt.

Zoals ik eerder heb beschreven zijn witte en rode klaver belangrijke soorten voor bijen en andere insecten omdat ze het hele zomerhalfjaar bloeien en nectar en stuifmeel leveren. De bloemen zijn lang en de nectar zit diep zodat alleen insecten met een lange tong er bij kunnen. Honingbijen hebben een korte tong maar kunnen gebruik maken van gaatjes onder in de bloemkroon. Deze inbraakgaatjes worden door aardhommels gemaakt die op deze wijze bij de nectar komen.

Gedrag als stadsplant

Vooral witte klaver komt van nature voor in heel verschillende natuurlijke biotopen en eigenlijk in alle soorten graslanden. Van hoogveengraslanden, via heischrale bermen tot voedselrijke bermen op klei.

Belangrijk is wel dat er open plekken zijn. De soort heeft een grote lichtbehoefte en in een hogere graszode zal de soort verdwijnen. Regelmatig maaien houdt de soort in stand. In natuurlijke graslanden ontstaan open plekken als deze in het winterhalfjaar onder water staan. Daarom is witte klaver op de hogere kwelders en in de uiterwaarden een algemene soort. Ook dichtgeslagen en verdichte grond bijvoorbeeld door tred of wisselende waterstanden vormt een goed milieu. Dit is een milieutype dat in de stad veel voorkomt. Witte klaver kan redelijk goed tegen betreding en daar is zijn bouw niet vreemd aan. De stengels van de witte klaver kruipen over de bodem en wortelen telkens opnieuw op de knopen. Daardoor kan de soort grote oppervlakken bezetten.

Witte klaver. Foto van Jan Slaats.

Rode klaver komt wat minder vaak voor dan witte klaver maar behoort nog steeds tot de 40 meest algemene soorten. Rode klaver kan slechter tegen betreding en is daarom niet vaak op straat aan te treffen. Maar in bermen en graslanden maar ook op braakliggend terrein is deze soort bijna altijd present. In het algemeen staat rode klaver net wat droger dan witte klaver.

Herkenning

Ik schreef net dat iedereen deze twee soorten wel kent. Maar ze hebben allebei een dubbelganger. Dus is verwarring mogelijk als men niet bekend is met deze dubbelgangers. De dubbelganger van rode klaver is bochtige klaver (Trifolium medium) en die van witte klaver is basterdklaver (Trifolium hybridum subsp. hybridum).

Rode klaverpollen. Foto van Willem Braam.

Rode klaver heeft een lange penwortel. Op plekken waar niet gemaaid wordt zal rode klaver tot een soort pol uitgroeien. Het blad bestaat uit drie deelblaadjes meestal elk met een V-vormige vlek. De brede steunblaadjes zijn deels vergroeid met de bladsteel en plots toegespitst. Om de voet van de bloeiwijze zitten altijd steunblaadjes van twee stengelbladen. De dubbelganger bochtige klaver mist deze bladen onder de bloeiwijze.

Bochtige klaver. Foto van Peter Meininger.

De deelblaadjes zijn langwerpig en hebben nooit een duidelijke V-vormige vlek. Bochtige klaver is een soort van overgangen, tussen twee soorten bodem of grenssituaties bij lijnvormige elementen in het landschap zoals dijken en bosranden. Niet bepaald een stadssoort. In de stad zal er eigenlijk nooit verwarring optreden.

Bloeiwijze witte klaver. Foto van Adrie van Heerden.

Zoals boven beschreven maken de uitlopers van witte klaver op de knopen wortels aan. De dubbelganger basterdklaver heeft geen kruipende stengels hoewel de stengels gedeeltelijk op de grond kunnen liggen. Deze stengels maken echter nooit wortels aan. De bloemen zijn aan het begin van de bloei wit en verkleuren later tot roze.

Basterdklaver. Foto van Pieter Stolwijk.

Witte klaver heeft wel eens bloemen met een roze gloed maar nooit zo sterk als bij basterdklaver. Het driedelig blad van klavers heeft aan de voet twee steunblaadjes. Die van witte zijn bijna geheel vergroeid en die van basterdklaver alleen aan de basis.

Steunblaadjes van basterdklaver. Foto van Peter Meininger.

Basterdklaver is een landbouwgewas en in heel Nederland verspreid geraakt. De groeiplaatsen in de stad zijn braakliggende terreinen of bermen met open vegetatie. Niet zelden samen met witte en rode klaver.

Witte, rode en basterdklaver komen alle drie in drie in de stad voor. De verschillen tussen deze drie zijn uitvoerig beschreven in 2023 door Hanneke Waller in haar post over basterdklaver.

Bronnen

Witte klaver op Flora van Nederland
Rode klaver op Flora van Nederland
Stadsflora van de Lage Landen 2020 Ton Denters
Oecologische Flora deel 2; Weeda et al; 1987

Over de auteur

Recente berichten