Stralend

Aan een rommelrand op een voormalig kazerneterrein zoek ik naar wilde bijen. Aan die rand zijn hopen zand gestort. Aan de begroeiing te zien liggen sommige hopen er al een paar jaar jaar en zijn andere vers. Op de top van een van de oudere hopen zie ik stralend witte bloemen. ‘Het is te vroeg voor peen’, hoor ik mezelf zeggen. Bij nadere bestudering is snel duidelijk dat dit een volkomen nieuwe plant is voor me. Gelet op de bijzondere bloemen en het scherm, moet determinatie niet moeilijk zijn. En inderdaad, de naam straalscherm (Orlaya grandiflora) is snel gevonden.

Straalscherm in een rommelrand

In de nieuwe Heukels wordt gemeld dat hij vroeger, 1930-1940, oorspronkelijk inheems was op akkers. op de verspreidingsatlas komt de plant maar op vijf plaatsen recent voor. Hoe dit exemplaar hier terecht is gekomen is een raadsel. Straalbloemen dienen om insecten te lokken en dat blijkt te werken.

Penseelkever op straalscherm

Bij uitvergroting van een foto thuis zie een mooie penseelkever (Trichius gallicus). Bij nader bekijken van een andere foto, blijken al die zwarte stipjes museumkevers, dacht ik aanvankelijk. Ik was nog wel te rade gegeaan bij een keverkenner. Gerrit Hendrikse zette mij weer op het goede spoor: gewone tapijtkever – Anthrenus verbasci.

Tapijtkevers op straalscherm

De geslachtsnaam ‘Orlaya’ is in 1814 gegeven en komt van J. Orlay, medicus te Moskou. De soortaanduiding ‘grandiflora’ betekent ‘grootbloemig’.

Een week later blijkt waarom men de rand rommelig heeft gelaten. Er staat een hek omheen, een boom is gekapt, struiken eruit getrokken. Het wordt de uitrit van slopers van het belendende pand. De stedelijke dynamiek neemt en geeft.