Ipomoea op transport

In Genk (B) vonden we op een met baggerspecie uit de Schelde opgehoogd terrein een hele lading bijzondere uitheemse planten.  Sommige planten duidden erop dat ze meegekomen zijn met sojatransport, andere leken te zijn verwilderd uit tuinen en nog weer anderen kwamen uit semitropische delen van de aarde en zelfs een, een kruidachtige Pelargonium, had een reis overleefd vanuit Zuid-Afrika.  Opvallend genoeg waren de meeste vreemdelingen beperkt tot enkele families. Dit duidt ook op onkruidvervuiling bij zaadtransporten.  Het meest in het oog springend bleken de Ipomoea’s.  Het zijn klimplanten met opvallende bloemen uit de windefamilie (Convolvulaceae)Ipomoea’s houden van een warm klimaat en komen dus alleen in bloei als ze langere tijd flink wat warmte hebben gehad. Dat kan dus duren tot de late zomer.  De vijf gevonden Ipomoea’s te Genk kwamen allen in bloei in september en oktober. Geen van hen zal de winter overleven.

 

De Dagbloem (Ipomoea purpurea)

De Dagbloem (Ipomoea purpurea) werd buiten het genoemde terrein in Genk in verwilderde toestand gevonden. Het is een populaire tuinplant met grote bloemen die soms verwildert na te zijn weggegooid.

 

Scharlakenwinde (Ipomoea coccinea)

De mooiste Ipomoea op de baggerspecie bleek toch wel Ipomoea coccinea. Ze heeft voorlopig de Nederlandse naam Scharlakenwinde. Het blad heeft opvallende extra punten op de bladrand en is dan dus zonder bloei ook te herkennen. De bloemen zijn prachtig mooi rood en door hun langere kelkbuis extra delicaat.

 

Klimopwinde (Ipomoea hederacea)

We vonden er ook redelijk wat Ipomoea hederacea. Heel belangrijk is te kijken naar de kelkbladen bij de als Klimopwinde bekend staande plant. Als deze flink behaard zijn én omgekruld dan heb je waarschijnlijk steeds met deze soort te maken. Er zijn twee variaties van Ipomoea hederacea. De een heeft een klimopachtig ingesneden behaard blad, de ander een meer driehoekig gelobd en behaard blad.

 

‘Wit ochtendgloren’ (Ipomoea lacunosa)

Een wat minder opvallende was Ipomoea lacunosa. Deze heeft kleinere witte bloemen. Het blad is veel kaler en de bladrand is mooi donkerrood gelijnd.  De kelktanden zijn meer aanliggend. Als we de Engelse naam vertalen zou de plant Wit ochtendgloren gaan heten.

 

‘Roze ochtendgloren’ (Ipomoea x leucantha)

Voor de echte kenners bleek er ook een kruising te vinden zijn die we voorlopig als Ipomoea x leucantha determineerden. Dat is een kruising tussen I. lacunosa en I. trichocarpa. Ook hier zijn de kelktanden aanliggend, de bloemkleur is roze/lichtpaars en de bladeren kunnen aan een plant zowel klimopachtig als bijna rond zijn.  Mocht men een naam mogen verzinnen: Roze ochtendgloren.