Het ruikt lekker in Den Haag.
Grote steden staan niet bepaald bekend als plaatsen waar het lekker ruikt. Met het vele verkeer is frisse lucht een zeldzaamheid. Daarom kan ik er erg van genieten als ik door een dennenbos loop en de geur van dennen opsnuif of in de duinen de zilte zeelucht.
Er zit echter verandering in de lucht. Onlangs vond iemand een aantal exemplaren van de Welriekende ganzenvoet (Chenopodium ambrosioides) in Den Haag. Ze groeien midden in de Schilderswijk, een wijk die landelijke bekendheid geniet als allochtonenwijk. De vinder houdt een herbarium van de Schilderswijk bij, een ontdekkingsreis langs alledaagse planten zoals hij dat noemt. Binnenkort komt er zelfs een boekje over uit, ook is er een Facebook-pagina van.
Welriekende planten zijn planten met veel klieren die geuren verspreiden. We hebben er een aantal in Nederland, denk maar aan de Welriekende salomonszegel, Agrimonie, of Nachtorchis. De Welriekende ganzenvoet heeft veel klieren op de stengels en de bladeren. Bij kneuzing geven die volgens Verspreidingsatlas een citroen- of muntachtige geur af. Zelf vind ik het meer naar petroleum ruiken maar dat zal wel aan mijn neus liggen.
De Welriekende ganzenvoet is niet direct een stadsplant. Hij komt vooral voor langs de grote rivieren, maar ook op ruderale stenige plaatsen zoals parkeerplaatsen, spoorwegemplacementen en braakliggende terreintjes.
Vorig jaar vond ik een aantal grote planten in Rijswijk op een plek waar de straat heringericht was. Mogelijk was hij meegekomen met het zand dat werd gebruikt. Hoe hij in de Schilderswijk is gekomen weet ik niet, ik zag geen sporen van herinrichting. Misschien dat we in de toekomst deze plant, zoals ook haar familielid de Liggende ganzenvoet, meer gaan zien in de stad. Gaat het daar toch nog lekker ruiken!