Stoepplanten en stoepplantjes

Het project Stoepplantjes begon met een vraag aan de Leidse Hortus botanicus over invasieve exoten. Hoe maken we mensen attent op zulke ongewenste nieuwkomers, zonder dat ze een hekel krijgen aan al het spontane groen in de stad? Het is juist fijn dat er steeds meer ‘onkruid’ in de stad staat: het helpt de stedelijke omgeving te verkoelen, het is goed voor de biodiversiteit. Onkruid klinkt onvriendelijk.

De Leidse Hortus verzon voor dit spontane groen op de stoep daarom de term ‘stoepplantjes’ en greep het onderwerp aan om mensen die nog niet naar planten kijken, attent te maken op het groen op hun eigen stoep. Plantjes waar kinderen best wat van mogen plukken voor hun eigen miniherbarium, waar jongeren allerlei proefjes mee kunnen doen, waar je met krijt de namen bij kunt schrijven. Zo worden die lastige saaie planten – u vindt ze niet saai maar heel veel mensen wel – spannend en leuk.

Kleine veldkers (tekening Nienke Beets)

In 2019 was het project al zachtjes begonnen en toen in maart 2020 corona het land min of meer plat legde, kon de Leidse Hortus snel schakelen. Er waren al allerlei proefjes, materialen en er was allerlei informatie op www.stoepplantjes.nl, zoals een gratis poster met 52 stoepplantjes. Overal in Nederland werden tijdens de eerste lockdown deze materialen gebruikt. Het stoepkrijten werd de nieuwe vossenjacht. Budget was er nauwelijks en dat hoefde ook niet: iedereen kon zelf printen, een doosje stoepkrijt kopen en aan de slag. In het voorjaar van 2020 was het stoepkrijten een kleine hype.

Stoepkrijten (foto Simone Both)

Met het najaar werd het speuren naar plantjes weer minder aantrekkelijk: er is genoeg maar het valt minder op, en een regenbui wist je stoepkrijt snel weer uit. Deze periode is gebruikt om contact te leggen met een grotere groep mensen met kennis van wilde planten. Er kwam een determinatietabel uit, de Minigids Stoepplantjes, waarmee mensen weer eens konden proberen hoe dat determineren ook weer werkte. Best lastig voor een leek, maar gelukkig heeft die de nodige appjes tot z’n beschikking om de determinatie te controleren. Stoepplantjes en stoepkrijten werd geïntroduceerd in de Floron Eindejaars Plantenjacht.

In Leiden had men al in 2019 verlekkerd naar de gids Stadsplanten van Breda gekeken. Wat een fijn boek, dat zou je eigenlijk voor heel Nederland willen hebben. Zou dat niet opnieuw uitgegeven kunnen worden? Maar toen kwamen de berichten over de op handen zijnde nieuwe editie van de Stadsflora van de Lage Landen. Daarmee leek de Breda-gids heruitgeven overbodig. Maar hoe blij we ook zijn met de Stadsflora, de invalshoek is heel anders dan die van het Bredase boek. Ton Denters van de Stadsflora zag er ook geen probleem in als er een laagdrempelig boekje zou verschijnen. Alles bij elkaar wordt het een mooie reeks: je begint als plantenliefhebber-in-de-dop met een appje en met de Minigids, je wilt meer weten en gaat verder met de Zakgids Stoepplanten, zoals de aangepaste heruitgave gaat heten. De volgende stap is de Stadsflora van de Lage Landen en ben je helemaal volleerd dan kun je je aan de Heukels’ Flora wagen. De site Stadsplanten.nl biedt voor alle liefhebbers iets interessants, van beginner tot oude rot.

Gehoornde klaverzuring (tekening Nienke Beets)

Op https://knnvuitgeverij.nl/artikel/zakgids-stoepplanten.html kunt u de Zakgids Stoepplanten alvast bestellen. Jazeker, stoepplanten; dat getut met stoepplantjes, daar moeten ze in Breda niets van hebben. In de loopschaduw van een lantarenpaal of tegen de gevels worden de ‘stoepplantjes’ makkelijk een meter groot.

Over wat er nieuw en wat er anders is in de Zakgids leest u een volgende keer.