Parietaria lusitanica, een nieuwe soort voor Nederland

Vorige week werd mij door Nijmeegs florist Gerard Dirkse verteld dat hij een nieuwe soort ontdekt had in Nijmegen. Met behulp van zijn instructies, heb ik een bezoek gebracht aan de locatie. Ik vreesde dat het plantje verdwenen was, want toen ik van de fiets afstapte, kon ik zo gauw geen plantje ontdekken. Bij beter zoeken, bleek ik er echter al naast te staan. Het formaat van het plantje is dusdanig klein dat ik het een wonder vind dat Gerard Dirkse de plant überhaupt gezien heeft, laat staan het herkend heeft als een andere soort. De soort blijkt Parietaria lusitanica te heten en is niet alleen nieuw voor Nijmegen, maar nieuw voor heel Nederland. Binnen het geslacht Parietaria worden in Nederland ook Groot glaskruid en Klein glaskruid gevonden. Als we de Nederlandse naamgeving aanhouden van Egelskop en Lisdodde zou deze soort Kleinste glaskruid gaan heten. Ik ben echter meer een voorstander van de vertaling van de wetenschappelijke naam, Portugees glaskruid.

 

Parietaria lusitanica lijkt het sterkste op Klein glaskruid, maar is in alle aspecten kleiner. Het eerste dat opvalt is dat de soort eenjarig is in tegenstelling tot de overblijvende soort Klein glaskruid. De plant is een stuk kleiner dan Klein glaskruid en heeft door haar eenjarigheid geen houtige stengelrestanten van het vorige jaar. Verder zijn de blaadjes tot 1.5 cm lang, waar de blaadjes bij Klein glaskruid tot 5 cm lang zijn. De bloemen zijn kleiner dan de schutbladen, bij Klein glaskruid steken de bloemen buiten de schutbladen. De bloeiwijze is ook een stuk armbloemiger (3-7 bloemig), bij Klein glaskruid is de bloeiwijze 5-25 bloemig. Ook de takken doen mee aan het “kleiner dan” verhaal, de takken zijn maximaal 1,5 mm dik. Bij Klein glaskruid zijn deze minstens 1,5 mm dik, maar kunnen gemakkelijk de 5 mm dikte bereiken. Een ander opvallend verschil is de beharing op de de takken, bij Parietaria lusitanica is deze met het blote oog nauwelijks zichtbaar, je hebt een loep of een goede macrolens nodig om deze goed te kunnen zijn. Ze zijn licht van kleur, erg kort (0,1 mm) en staan niet dicht op elkaar. Naast de grootte, breedte en lengtekenmerken, is de soort ook herkenbaar door de vorm van de blaadjes, het blad heeft een stompe bladtop. Bij Klein glaskruid is de bladtop spits tot toegespitst. Ten slotte zijn de zaden olijfgroen bij Parietaria lusitanica en zwart bij Klein glaskruid.

Verspreiding:
Het is mogelijk dat de soort al langer in Nederland voorkomt. Ze is immers gemakkelijk aan te zien voor Klein glaskruid. De soort is te verwachten op ruderale, stenige terreinen waar veel aanvoer is van goederen vanuit het buitenland. Ik verwacht de soort bijvoorbeeld langs en op oude muren op haventerreinen in de grotere steden. Volgens Gerard Dirkse behoren de Nijmeegse exemplaren tot de ondersoort subsp. lusitanica die in Spanje, Portugal,Italië,Griekenland en het Zuiden van Frankrijk voorkomt.

in Bulgarije blijkt de ondersoort  subsp. serbica voor te komen.

De ondersoort subsp. lusitanica heeft blad tot 2 cm en een bladsteel korter dan het blad. De ondersoort subsp. serbica heeft blad van 2-4 cm en een bladsteel langer dan het blad.