Een Levend Archief voor Stadsplanten

Onze flora staat onder druk; sinds 1950 zijn bijna 500 van de 1500 inheemse soorten achteruitgegaan en circa 40 helemaal ‘exit’. In onze steden lijkt het met de komst van allerlei nieuwkomers halleluja, maar dat kan niet verbloemen dat er ook zorgen zijn. Diverse planten die in stedelijk gebied huizen zijn ook op hun retour. Neem Blaasvaren en Rechte driehoeksvaren, soorten van vochtige muren. Hun milieu verdwijnt, omdat nieuwe muren van een betonnen, voor water ondoordringbare achterwand worden voorzien. Kritisch is ook Muurbloem, de échte wel te verstaan, en niet de tuinvariant. In Nederland heeft Muurbloem slechts enkele inheemse populaties: kleine enclaves op historische bouwwerken. Ook diverse stedelijke ruigteplanten zitten in de gevarenzone, zoals Wolfskers.

Een nieuw initiatief, Het Levend Archief, moet voorkomen dat we opnieuw soorten verliezen. Doel van dit project is het veilig stellen van kwetsbare, bedreigde inheemse plantensoorten met hier ten lande een eigen genetisch profiel. Dat kan door belangrijke bronpopulaties gecontroleerd in leven te houden. Daarmee blijft het oorspronkelijk, genetisch, unieke zaad beschikbaar, nodig om populaties te redden, voor nu en de lange termijn. Het ‘vastleggen’ van soorten gaat via twee sporen. De zaden gaan in een grote koelcel, waar ze langer, maar niet oneindig, bewaard kunnen worden. Regelmatig moeten die zaden tot leven worden gewekt. Daarom komen er ‘zaadhofjes’ onder meer in heem- en botanische tuinen, die het zaad vermeerderen en oogsten.

Overdracht van Zandwolfsmelk en Steenhavikskruid naar het stadsplantenhofje De Braak  in Heemtuin Amstelveen. De planten vormen een ‘back-up’; mochten deze soorten in Amsterdam verloren gaan, dan is herintroductie mogelijk. Op foto van links naar rechts zadenspecialist Rob Bouman en de heemtuin-beheerders Josien en Walter Busse.

 

 

 

Het Levend Archief is een veelzijdig initiatief. Denken en doen gaan daarin samen, met bijdragen vanuit onderzoeksinstituten, onder andere het Centrum voor Genetische bronnen Nederland (WUR), en ook Floron. Aan de praktische kant staan terreinbeheerders (Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer), botanische tuinen en heemtuinen, kwekers en vrijwilligers.

In Amstelveen is de aftrap gemaakt voor een zaadhofje voor waardevolle, kieskeurige stadsplanten. In de kweektuin van De Braak, een heemtuin én een groen rijksmonument, zijn onlangs Steenhavikskruid en Zandwolfsmelk in ‘bewaring’ genomen. De soorten hebben hier vanaf nu een veilig en vast onderkomen. Het gaat om een exclusief Amsterdams duo.

Intermezzo: Het Amstelveense heemgroen, met het Jac. P. Thijssepark, het Broersepark en De Braak, is vermaard. Wilde planten, van gewoon tot uiterst zeldzaam staan er in een natuurlijk, ecologisch passend decor. Je kunt er alle biotopen doorlopen, met nu ook een stedelijk tintje.

Steenhavikskruid is een echte historische stadsplant, die 1847 in de hoofdstad werd ontdekt en zich sindsdien op enkele steenglooiingen aan de Singel standhoudt.

Zandwofsmelk op het Stenen Hoofd

Zandwolfsmelk is in Nederland sterk bedreigd, met in Nederland in rivierengebied nog enkele restpopulaties. Op het Amsterdamse Stenen Hoofd heeft de soort een mooi stedelijk refugium; daar huist ze sinds 1995 met tientallen planten. Het behoud op de locatie blijft van belang, maar het waarborgen in Amstelveen, biedt ruimte voor de toekomst. Als dat aan de orde is, kan er ten alle tijden een gepaste introductie of herintroductie plaatsvinden. Met de komst van het tweetal is de start van een ‘stadsplanten-hofje’ nu een feit. De bedoeling is dat er meer soorten volgen, wellicht Groensteel, mogelijk ook Muurbloem en Wolfskers. Wat kwetsbaar is verdient bescherming, ook waar het stadsplanten betreft!