Een plant met een lekker bekkie.

In 2016 heb ik geprobeerd de muurplanten die bij mij in Rijswijk voorkomen in kaart te brengen. Ik vond toen bovenop een tuinmuurtje een bijzonder plantje dat ik nog niet kende. Na enig speurwerk bleek het het Marjoleinbekje (Chaenorhinum origanifolium) te zijn, een bijzonder leuk plantje dat groeide naast een ander leuk plantje, de Muurleeuwenbek.

Marjoleinbekje op de stoep

Het Marjoleinbekje is geen inheemse plant. Het is, zoals veel voor veel muurplanten geldt, van oorsprong een rotsplantje. Het groeit in westelijk Middellandse Zeegebied op kalkrijke rotsen. In ons land wordt hij sinds 1990 gevonden en wel bovenop tuinmuurtjes en op de stoep langs de huizen. Hij schijnt soms ook gevonden te worden in de duinen. In Rijswijk zijn op dit moment drie groeiplekken waarvan twee op de stoep. Waarschijnlijk gaat het vaak om tuinontsnappingen want Marjoleinbekje wordt wel aangeplant in rotstuinen.

Het blad van Marjolijnbekje

Marjoleinbekje komt uit het geslacht Chaenorhinum, in het Nederlands Kierleeuwenbek. In ons land treffen we nog één Kierleeuwenbek aan, namelijk de Kleine leeuwenbek (Chaenorhinum minus). Deze heb ik eens in dit blog beschreven en is vooral te zien op stations. Kierleeuwenbekken lijken op Leeuwenbekken maar zijn het dus niet. De naam Chaenorhinum zegt eigenlijk al waarom het een Kierleeuwenbek is, Chaenorhinum betekent “open snuit”. Wim de Bie zou als leraar Duits gezegd kunnen hebben dat dit plantje “zich onbeschaamd in de kelk laat kijken”.
Origanifolium betekent dat het blad lijkt op dat van Marjolein. En dat maakt de Nederlandse naam begrijpelijk. Het is een plant die qua blad lijkt op Marjolein met een bloem met een lekker open bekkie.

Marjoleinbekje bovenop een tuinmuurtje met daarnaast Muurleeuwenbek