Verleid door Esdoorns

Noorse esdoorn – Acer platanoides

Vorig week werd ik weer eens betoverd door de ontluikende bloesem van de Noorse esdoorn. Ik vroeg me af hoeveel mensen zouden weten hoe Esdoorns bloeien; een mooie aanleiding voor deze column. In de stad kom ik veel boomzaailingen tegen; Zomereik, Lijsterbes en Vlier maar ook veel esdoorns. Gewone esdoorn, Noorse esdoorn Spaanse aak duiken bijna overal spontaan en soms massaal op. Een van de redenen waarom ze het beter doen dan veel andere bomen is dat ze ook op schaduwrijke plekken, onder andere bomen, kunnen opgroeien. Ze zijn handig in het benutten van licht.

In mijn inventarisaties noteer ik geen aanplant, maar alleen spontaan opgekomen bomen, dus vooral jonge staken. Aangezien dat opschot vaak verwijderd wordt voordat ze volwassen worden kun je je afvragen of dat dan wel iets zegt over de blijvende aanwezigheid van esdoorns. Maar, de aanwezigheid van zaailingen betekent natuurlijk wel dat er volwassen esdoorns in de omgeving zijn, al dan niet aangeplant.

Wentelvruchten

boven: vruchten van Noorse esdoorn en Spaanse aak (foto: Felix Wijnen)
onder: verweerde vruchten van de Gewone esdoorn en trossen van de Vederesdoorn (foto: Rutger Barendse)

Vrijwel iedereen kent Esdoorn van zijn vruchten omdat ze zo leuk ronddraaien als ze vallen: helikoptertjes. Maar wat niet iedereen weet is dat er meerdere esdoorns zijn en met verschillend gevormde vruchtjes. Spaanse aak heeft korte vruchtvleugels die recht tegenover elkaar staan. Bij Noorse esdoorn zijn de vleugels wat slanker en hangen ze meestal iets naar beneden: als een hangertje. Bij Gewone esdoorn hangen ze nog meer af en maken de vruchten een hoek van 90 graden. Vederesdoorn, in Rotterdam te vinden in de beschoeiing van de Nieuwe Maas, heeft veel langgerekter zaad dan de andere drie en de vleugels lopen naar het eind breed uit. Omdat Vederesdoorn veel afwijkt van de andere Esdoorns neem ik hem niet verder mee in deze column.

Voedselbron in het voorjaar

Bloeiwijze van: Noorse esdoorn (Acer platanoides) – Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) – Spaanse aak (Acer campestre)

Niet alleen ik laat me verleiden door bloeiende esdoorns. In april en mei zijn de bloemen van esdoorns een nectar- en stuifmeelbron voor vliegen en bijen. Noorse esdoorn en Spaanse aak bloeien eerst, Gewone esdoorn komt wat later. De bloemen vallen niet erg op door de lichtgroene kleur en de hangende trossen van de Gewone esdoorn gaan schuil tussen de bladeren. Bij Noorse esdoorn is de bloei het opvallendst omdat de bladeren pas na de bloei uitlopen. De bloemen van de Spaanse aak lijken erop maar vallen minder op omdat ze gelijk met de bladeren uitkomen.

En dan nog het blad

van links naar rechts: Noorse esdoorn (boven) – Witte esdoorn (onder) – Gewone esdoorn – Spaanse aak
Acer platanoides (boven) – Acer saccharinum (onder) – Acer pseudoplatanus – Acer campestre

Gelukkig kun je niet-bloeiende esdoorns prima uit elkaar houden door naar de bladvorm te kijken. Noorse heeft echt scherpe bladpunten, bij Gewone zijn de randen kartelig en de toppen niet zo spits en Spaanse aak heeft echt afgeronde bladlobben. Bij twijfel kun je ook een ander verschilkenmerk testen: de bladsteel van Noorse esdoorn en Spaanse aak ‘melkt’: produceert wit vocht, Gewone esdoorn niet. In de fotocollage heb ik ook nog Witte esdoorn toegevoegd waarvan we ook af en toe zaailingen tegenkomen; dat blad lijkt wat op Noorse esdoorn, maar is te herkennen aan de witte onderkant.

Hoe ouder hoe beter

Esdoorns lokken insecten met nectar. Hier Gevlekt blaaskaakje op de bloemen van Spaanse aak.
foto: Josée van Oers

Voor de bijdrage van esdoorns aan de biodiversiteit moeten we vooral bij de volwassen exemplaren zijn, Gewone esdoorn bloeit vanaf 10-20 jarige leeftijd en de Noorse esdoorn schijnt pas vanaf 25-30 jarige leeftijd te bloeien. En voor wie Spaanse aak alleen kent als niet-bloeiende heg, hij kan uitgroeien tot een bloeiende boom van twintig meter. En ook op andere manieren leveren volwassen esdoorns meer nut voor insecten zoals nachtvlinders, galwespen en bladmineerders en als groeiplek voor mossen en korstmossen en op dode esdoornstammen worden meer dan 30 soorten paddenstoelen aangetroffen. Esdoorns kunnen honderden jaren oud en indrukwekkend worden. Dus ik hoop dat sommige van de zaailingen die ik aantref de kans krijgen uit te groeien tot een bron van biodiversiteit en plezier.