Woekerende wikkes

Bonte wikke in diverse kleuren

De kleur paarsblauw

Paarsblauw is voor natuurbeleving een welkome aanvulling op het kleurenpalet van bloeiende bermen. Nadat in het voorjaar het geel van boter- en paardenbloemen de dienst heeft uitgemaakt, verschijnt later in het seizoen meer variatie aan kleur waaronder de paarstinten van de wikkes. De grassen hebben zich intussen zo ver ontwikkeld dat ze houvast kunnen bieden aan de ranken van deze algemeen voorkomende bermbewoners. De meest voorkomende onder de wikkes is de Vogelwikke. Daarnaast zien we ook wat minder opvallende verschijningen als Vergeten en Smalbladige wikke, Ringelwikke en Vierzadige wikke. Maar meest opvallendste wikke is zonder twijfel de Bonte wikke. Onder gunstige omstandigheden kan deze wikkesoort forse tapijten vormen en in korte tijd hele begroeiingen overwoekeren.  

De vlinderbloemigen

Wikkesoorten horen tot de familie van de vlinderbloemigen. De kroonbladen van vlinderbloemigen kennen karakteristieke vormen: het bovenste kroonblad (de vlag) waar we plaat en nagel onderscheiden, de twee zijdelingse kroonbladen die we zwaarden noemen en de onderste twee die samen een bootvormige kiel vormen. De Bonte wikke lijkt het meest op Vogelwikke maar onderscheidt zich daarvan door de verhouding plaat/nagel en het contrast tussen de lichtblauwe tot witte zwaarden en de dieppaarse vlag. Maar ook planten met geheel paarsblauwe of witte kroonbladen komen voor.

Een veelvormige soort

Bonte wikke kende vroeger twee ondersoorten, de subsp villosa (Zachte wikke) en de subsp. varia (Bonte wikke). De ondersoorten verschilden in dichtheid van hun beharing en bloemkleur. In de Oecologische flora deel 2 (1997) vraagt Eddy Weeda zich al af of het maken van onderscheid zinvol is. In de laatste druk van de Heukels’ flora wordt dit onderscheid dan ook niet meer gemaakt en wordt volstaan met de mededeling dat de taxonomie nader onderzocht dient te worden.

Bonte wikke kan hele tapijten vormen

Natuurlijke verspreiding

Bonte wikke is oorspronkelijk afkomstig uit Midden- en  Zuid-Europa en Noord-Afrika. In Nederland was zijn verspreiding lang beperkt tot Limburg en het Oostelijk rivierengebied. Maar sinds 1990 heeft de soort zich in Nederland in noordwestelijke richting uitgebreid. We kunnen de Bonte wikke vooral vinden langs spoorwegen en op braakliggende terreinen. Maar ook het stedelijk gebied werd “ontdekt”: het gaat om zowel open als grazige plekken op droge tot matig vochtige, voedselrijke minerale omgewerkte grond.

Een oprukkende invasieve exoot?

In de Zoetermeerse wijk Oosterheem is de Bonte wikke rond de eeuwwisseling via een bermmengsel in nieuw aangelegde bermen uitgezaaid. Of men daar indertijd bewust voor gekozen heeft of dat gezocht is naar vervanging van de Vogelwikke valt nu niet meer te achterhalen. Dat de soort in deze nieuwe wijk een heel scala aan geschikte groeiplaatsen aantrof is inmiddels duidelijk. Ze komt zowel voor in bloemrijk hooiland als op braakliggende terreinen. Vermeldenswaardig is dat Bonte wikke, ondanks haar pionierkarakter stand houdt in bermen die al zo’n 15 jaar worden gemaaid. In struweel en bosjes  gedraagt ze zich als slingerplant en kan ze gemakkelijk 2.00 m. hoog worden.

Bonte wikke is een goede nectarplant

Een fantastische nectarplant

Zowel de Vogel- als de Bonte wikke staan in de insectenwereld bekend als aantrekkelijke snackbar. De tot 6 cm. gesteelde bloemtrossen lokken vooral hommels wilde bijen en honingbijen die zorg dragen voor kruisbestuiving. Sommige bijen werken de trossen van onder naar boven af. Hommelsoorten die met hun tong niet bij de nectar kunnen komen, maken gaatjes in de bloemkroon waardoor de nectar “gestolen” wordt. Bij ‘ingebroken’ bloemen komt uiteraard geen bevruchting en zaadvorming tot stand. Van de zaden is bekend dat ze maar kort kiemkrachtig zijn en dat ze door duiven worden gegeten.