De allernieuwste stadsplant

Zeker weten? Nou ja, zo goed als zeker. De plant moet nog naar Naturalis om het helemaal zeker te weten. En allernieuwst ? Op 5 mei 2017 nog wel, maar er wordt ongeveer elke week een nieuwe stadsplant gevonden in Nederland. In dit geval gaat het om de ooievaarsbek Geranium malviflorum. Hij behoort tot de zogenaamde ’tuberosumgroep’. Dat zijn knolgeraniums.

Een exemplaar voor Naturalis

Zelf had ik nog nooit van het bestaan van zulke geraniums gehoord. Bij mij in de buurt woont de oud-collectiehouder geraniums Rein ten Klooster en die wees al op basis van de foto’s de plant aan als G. malviflorum. Hij raadde me aan om wat te graven bij de wortels, en inderdaad: knollen. De plant bloeit vroeg en verdwijnt in de zomer helemaal. Net als bij veel bolgewassen, is de knol dus een manier om te overzomeren in droge perioden. De plant is afkomstig uit Zuid-Spanje en Noord-Afrika.

Een aanwinst voor de Nederlandse flora

Op de vindplaats staan ongeveer 20 exemplaren in een berm waar ik veel langs fiets. Ze moeten er al een paar jaar staan, maar omdat ze zo kort boven de grond staan worden ze makkelijk over het hoofd gezien, zoals gebleken. De kans is groot dat ze op meer plaatsen in Nederland zijn verwilderd. Er bestaan drie soorten knolgerariums die in Nederland zouden kunnen worden aangetroffen. Niels Eimers heeft zich verdiept in dit Geranium-tuberosumaggregaat en heeft op het forum van waarneming.nl een uiteenzetting gemaakt van de diagnostische kenmerken.

https://forum.waarneming.nl/smf/index.php?topic=384755.msg2095109#msg2095109

Het zou mij niet verbazen als er de komende jaren meer vondsten van knolgeraniums opduiken.

Schoonheid voor de berm

Ooievaarsbekvechten

Mijn laatste positieve woorden over mijn eigen vondst waren amper koud, toen Rutger Barendse met zijn tuinstortoverlevers opdook. Mijn recente waarneming van een flinke pol rotsooievaarsbek was aan de rand van een bos op Brabants klapzand. Op die plek groeide in de ruime omgeving geen andere bloemplant. Ooievaarsbekken zijn doorgaans redelijke drachtplanten voor insecten. Kortom, op die plek zorgt de plant voor een hogere biodiversiteit en bezet daar een lege niche.