De bekendste plant van Nederland?

Wat zou de meest bekende wilde plant van Nederland zijn: Madeliefje, Vergeet-me-nietje of Paardenbloem? Ik denk geen van drieën, ik denk dat er eentje nog veel bekender is, omdat iedereen in zijn kindertijd er pijnlijke ervaring mee opdoet: de Brandnetel.

Bloeiwijze van een vrouwelijke plant van de Grote brandnetel (Urtica dioica) waarvan de bloemtrossen vertakt zijn en meer opzij staan dan de mannelijke bloeiwijzen.

Maar, wat de meeste mensen als kind niet leren is dat er in Nederland twee soorten brandnetel zijn- en sinds een paar jaar zelfs drie-: Grote & Kleine en Zuidelijke. De Grote brandnetel is veruit het algemeenst, omdat hij niet veeleisend is en overblijvend: na de winter lopen de wortelstokken weer vrolijk uit. Als hij ergens staat kan hij makkelijk standhouden en zich uitbreiden. Kleine brandnetel is daarentegen eenjarig en moet ieder jaar weer uit zaad opkomen; heeft open plekjes nodig waar hij kan kiemen.

Brandnetels houden van stikstof. De Grote brandnetel vind je in de stad op allerlei plekken maar vooral in voedselrijke bermen en andere bemeste plekjes zoals hoekjes die mannen uitkiezen om goudgeel vocht te sproeien. De Kleine brandnetel zie ik in Rotterdam minder vaak dan de grote; vooral in/rond moestuinen en in plantperken die af en toe geschoffeld worden. Hij staat ook wat droger dan grote brandnetel. Buiten de steden staat Kleine brandnetel veel in de duinen en langs akkers.

Beginnende floristen zijn bang de Kleine brandnetel niet te herkennen; maar mijn ervaring is dat als je Kleine brandnetel tegenkomt je gelijk denkt ‘hé dat is een afwijkende brandnetel’. De bladeren van Kleine brandnetel zijn namelijk eirond, kleiner dan 4 cm en de bladvoet is niet hartvormig. Grote brandnetel heeft langwerpiger bladeren die 5-10 cm groot zijn met een hartvormige bladvoet.

Vooral bij jonge exemplaren is dit laatste een handig verschilkenmerk. Twijfelt u nog: probeer er een uit te trekken. Lukt dat makkelijk dan is het de Kleine of de Zuidelijke; zit er een wortelstok aan dan is het de Grote.

Jonge exemplaren (in maart) van Grote brandnetel (Urtica dioica) met hartvormige bladvoet en minder diep ingesneden tanden dan die van Kleine brandnetel.

Wat betreft de bloeiwijzen wint de Grote brandnetel de schoonheidsprijs: de Kleine brandnetel verstopt zijn bloemen een beetje tussen de bladeren in kleine knoedels; mannelijke en vrouwelijk bij elkaar.  Grote brandnetel heeft aparte mannelijke en vrouwelijke planten. De mannen hebben prachtig hangende bloemtrossen waaruit het stuifmeel door de wind wordt weggeblazen. De vrouwen hebben meer vertakte bloemtrossen die opzij staan om het stuifmeel op te vangen; na de bevruchting gaan ze min of meer hangen.

Vrouwelijke plant van de Grote brandnetel (Urtica dioica) die zeer rijk vrucht draagt.
Kleine brandnetel (Urtica urens) met korte bloeiwijzen en rond aflopende bladvoet.

De Zuidelijke brandnetel is nog niet in Rotterdam aangetroffen, maar een paar jaar geleden wel in buurgemeente Schiedam. Hij lijkt op de Grote brandnetel, maar hij is eenjarig en heeft aan iedere plant lange aren met mannelijke bloemen bovenin en korte trosjes met vrouwelijke bloemen onderin.