Zilverschildzaad: een nieuwe Diemenaar

Deze bijdrage is van de hand van Peter Wetzels (Districtscoördinator Floron-afdeling Groot-Amsterdam). Hij vervangt Ton Denters op diens verzoek. Ton heeft het druk met een bijdrage aan de ‘Nieuwe Heukels’.

 

Zilverschildzaad is een vaak gebruikte tuinplant die in de stad regelmatig verwildert. De algemene opvatting is dat de soort niet winterhard is, en zich elk jaar opnieuw uitzaait uit vers aangeschafte tuinplanten.

Straatbeeld

In mijn directe omgeving in Diemen komt de soort veel op straat voor en ik had het idee dat de soort jaarrond voorkwam: een paar honderd exemplaren verspreid over een tiental groeiplekken, alle binnen een straal van 300 meter. Ik kreeg het idee dat de soort in Diemen niet meer verwildert maar stevig was ingeburgerd. Het criterium voor inburgering is dat de soort een aantal jaren op eigen kracht een populatie vormt. Tijd om mijn idee om te zetten in een aangetoond feit. Het boek ‘Planten tellen’ van Eelke Jongejans over monitoring en demografisch onderzoek aan plantenpopulaties gaf mij het zetje om te onderzoeken of er sprake was van een ingeburgerde populatie.

Door consequent, van 2013 tot 2015, elke maand de aantallen van verschillende groeiplekken te tellen kreeg ik een goede indruk van de ontwikkelingen: geboorte, groei en sterfte.

Na het wieden toch niet weg

In geef hier de belangrijkste conclusies.

Dat deze soort niet winterhard is te nuanceren. Ik heb de groeiplekken drie jaar gevolgd en het werd duidelijk dat de planten met hun wortels de winter kunnen overleven. Een vorstperiode doet alle planten bovengronds afsterven, maar binnen twee maanden staan ze alweer te bloeien. In een zachte winter bloeit de soort gewoon door zoals de Eindejaarsplantenjacht aantoont.

Gek genoeg is zilverschildzaad wel erg gevoelig is voor borstelen. Na een borstelbeurt blijft de straat vrij lang kaal. Snelle hergroei vanuit de wortels treedt dan niet op. Wellicht is het seizoen van belang en hebben de wortels van de straatexemplaren in de zomer weinig reserves. In de tuinen is een keer wieden niet effectief. Een week of wat later komen de eerste groeischeuten weer boven het maaiveld uit.

Zilverschildzaad bloeit lang en rijk en produceert vermoedelijk veel zaden. De kieming is nooit massaal en verspreid over het zomerhalfjaar. De originele groeiplaatsen van de soort zijn te vinden langs de mediterrane kusten net buiten de zeereep. Een verspreide kieming is een strategie van risicospreiding die bij een dynamische omgeving past.

De zaden komen op straat niet ver. Kiemplanten vond ik bijna altijd binnen 20 meter van een populatie.

Tuinbeeld

Zilverschildzaad komt ook in een aantal tuinen voor en uit navraag bleek dat ze daar al vele jaren voorkomen zonder aanplant of uitzaai. Menige tuin werd heringericht met meestal een overgroot aandeel bestrating en zelfs dat deed de soort niet verdwijnen.

De groeiplaatsen wandelen een beetje heen en weer tussen de straat en de naastgelegen bestrate tuinen, afhankelijk van de onkruidbestrijding in tuin of op straat. Zelden vond die onkruidbestrijding gelijktijdig plaats.

Meeste planten staan in de goot

De grootste herinrichting in de wijk is de periodieke ophoging. De wijk verzakt elk jaar met twee centimeter. Dus elke vijftien jaar wordt er in de hele wijk dertig centimeter zand gestort. In 2016 na mijn telling was het weer zover en ik verwachtte een complete verdwijning. Tot mijn verbazing bleef de grootste groeiplaats bestaan en floreert tot op heden. Her en der heb ik ook nog wel losse exemplaren gevonden maar die bleken niet bestendig. In twee ook opgehoogde tuinen komt de soort ook nog steeds massaal voor. Ik vind dit ook wel inburgering, maar laat dat andere floristen maar niet weten.