Gevlekte scheerling verlaat de snelweg

In september 2011 vond ik, in Rotterdam op een zandige vlakte onder de A20 de verdroogde resten van een 2 meter hoge schermbloem. Op basis van de grootte en de bolle vruchtjes met ribbelrandjes was me snel duidelijk dat het de Gevlekte scheerling moest zijn, een soort die zich in een stevig tempo via de middenberm van ons snelwegennet uitbreidt. Gevlekte scheerling komt al van oudsher voor in Nederland; vrij algemeen in Zuid-Limburg, de duinen en het rivierengebied, elders zeldzaam. Dit verspreidingspatroon past bij zijn voorkeur voor warme, stikstofrijke, omgewerkte plekken op kalkhoudende bodems.  Het verspreidingspatroon bleef tot 2004 ongeveer hetzelfde. Daarna breidde de soort zich snel uit via de middenbermen van snelwegen. FLORON schreef daar juni 2020 een mooi natuurbericht over.

verspreidingskaartjes Gevlekte scheerling voor twee periodes
Verspreidingskaartjes Gevlekte scheerling (Conium maculatum) voor de periode 1800-2004 en 2005-2020. Het is duidelijk dat het snelwegpatroon pas van de laatste vijftien jaar is.

In 2016 kwam ik Gevlekte scheerling weer in Rotterdam tegen, nu op een grote groeiplek onder de Van Brienenoordbrug. Mijn beide vindplaatsen pasten in het snelwegpatroon, het zaad was alleen niet in de middenberm gekiemd maar had een verdieping lager een geschikte groeiplek gevonden. Beide groeiplekken waren al lang bekend toen ik ze tegenkwam: de eerste vondst van Gevlekte scheerling in Rotterdam was in 1995 onder de A20 door stadsecoloog Remko Andeweg, op de plek waar ik hem 25 jaar later ook vond. De locatie bij de Van Brienenoordbrug werd voor het eerst in 2001 gemeld.

Gevlekte scheerling dankt zijn naam aan de paars gevlekte stengel en bladsteel. Rechts de Gevlekte scheerling aan de oever van de Rotte op 18 mei.

Wordt Gevlekte scheerling een stadsplant?

Ik zag Gevlekte scheerling eigenlijk niet als stadsplant, zo sterk waren mijn vindplaatsen gebonden aan de snelweg. Maar, begin april van dit jaar vond ik langs de Rotte een paar planten met schermbloemblad waarvan ik dacht “Dat is geen Fluitenkruid”. Het is wat donkerder en glanzender en iets meer geplooid; ik vermoedde gevlekte scheerling en werd daarin bevestigd door de vlekken op de bladsteel. Deze groeiplek is 100 meter van de snelweg, waardoor ik verwacht dat deze soort zich nog wel eens veel verder kan gaan verspreiden. Ik denk wel dat hij sterk beperkt zal worden doordat op veel plekken gemaaid wordt voordat hij zaad kan zetten en hij afhankelijk blijft van de aanvoer van de zaden vanaf plekken waar hij ongestoord rijpe zaden kan produceren zoals in de snelwegmiddenberm. We zullen het zien.

Toen ik op 13 april voor de tweede keer langs de Gevlekte scheerling in de berm van de Rotte liep zag ik tot mijn grote verbazing al een bloeiwijze in de scheerling zitten. Dat hoort helemaal niet, want Gevlekte scheerling bloeit veel later. Even beter kijken verklaarde de verwarring: er groeide Fluitenkruid dwars door de Gevlekte scheerling heen :-).