Tenger en tengerder

Eind juni, op weg naar huis stapte ik van mijn fiets af op de Boezemweg in Rotterdam omdat een paar grijsgroene plukjes op de stoeptegels mijn aandacht trokken: “Dat is geen gangbaar stoepplantje”. Toen ik er met mijn neus bovenop stond ging mijn vermoeden naar Tengere zandmuur, het broertje van Gewone zandmuur. Als onderscheid tussen die twee wordt altijd genoemd dat de rijpe zaaddoosjes van Tengere zandmuur een dunnere vruchtwand hebben en daarom niet ‘knappen’ als je erin knijpt. Ik hoorde geen klikjes, maar door het vochtige weer en mijn gehoorbeperking vertrouwde ik dat kenmerk niet voldoende. Bij thuiskomst de zaden en kelkblaadjes opgemeten en de kleine maten wezen inderdaad op Tengere zandmuur.

Tengere zandmuur (Arenaria leptoclados) op de stoep langs de Boezemweg, Rotterdam.
Tengere zandmuur heeft slanke zaaddoosjes die geluidloos opengaan als je erin knijpt.

Volgens de Verspreidingsatlas is Tengere zandmuur vrij zeldzaam. Ze lijkt zich wel wat uit te breiden, maar dat zou ook goed een waarnemerseffect kunnen zijn, Tengere zandmuur stond vroeger als ondersoort in de flora in plaats van als soort en ondersoorten krijgen meestal minder aandacht van floristen.

Het was de tweede keer dat ik de soort heb gevonden, maar ik ben hem vast wel eens ongemerkt gepasseerd, want het onderscheid met Gewone zandmuur is niet opvallend. Drie aanwijzingen die helpen om kandidaten te spotten ten opzichte van Gewone zandmuur zijn: grotere afstand tussen de blaadjes, dunnere bloemstelen en minder buikige vruchtjes. Daarna kun je de kenmerken uit de Heukels controleren: dunwandige vruchtjes die niet knappen als je erin knijpt, kroonbladeren<1,6 mm kelkbladen<3,1 mm en zaadjes<0,4 mm.

vruchtstand en zaadjes van Tengere zandmuur
de kelkblaadjes zijn <2,1 mm en de meeste zaden <0,4 mm.

Tengerder

Maar het kan nog tengerder, Op 18 mei inventariseerden we voor de Rotterdamse Florawerkgroep een km-hok in de wijk Prinsenland. Eerlijk gezegd was het meeste niet veel bijzonders, met name de groenstrook en oeverzones vielen me wat tegen en het ontbrak aan echte rommelhoekjes. Maar, toen het al een beetje begon te schemeren troffen we twee soorten aan die ik niet verwacht had: Allereerst een grasje dat ik eerst Stijf hardgras noemde, maar waar ik op basis van de maat van de kelkkafjes en de beperkte vertakking van de bloeiwijze toch uitkwam op Laksteeltje. Maar het meest bijzondere was het zeer tengere plantje dat tussen de straat/stoepstenen stond en dat ik niet gelijk thuis kon brengen. Dat bleek Tengere veldmuur te zijn, net als Zandmuur uit de Anjerfamilie. Een soort die in Nederland vooral bekend is uit Zuid-Limburg.

Tengere veldmuur (Sabulina tenuifolia)
groeiend tussen de stoeptegels aan de rand van een rij parkeervakken in Prinsenland

Hoewel hij niet opvalt omdat hij zo ijl is, is Tengere veldmuur wel makkelijk te herkennen aan zijn draaddunne blaadjes. Ik denk dat hij minder vaak over het hoofd gezien zal worden dan de Tengere zandmuur. Tengere veldmuur is in 2017 opgedoken in Purmerend, in 2010 in Amsterdam en heeft van 2001-2009 in Leiden gestaan. Of hij een echte stadsplant wordt zou ik nog niet durven zeggen, maar het zou best kunnen. Het is een eenjarige soort van stenige kalkrijke plekken die zichzelf steeds opnieuw moet uitzaaien.

Verspreidingskaartjes van Tengere zandmuur en Tengere veldmuur.
De tweede is duidelijk veel zeldzamer dan de eerste..

Tengerst?

Ook de Tengere rus en Tenger fonteinkruid komen al in Rotterdam voor, Alleen de zeer zeldzame Tengere distel ontbreekt nog om het lijstje tengere plantensoorten compleet te maken. Maar, het is niet denkbeeldig dat die Tengere distel nog eens komt aanwaaien want in 2020 en 2021 zijn twee nieuwe groeiplaatsen in Zuid-Holland ontdekt. Waarschijnlijk voelt hij zich door klimaatverandering tegenwoordig beter thuis in ons land.