Jakobskruiskruid, bedreigend of toch niet

Jacobskruiskruid, één van de tien meest voorkomende wilde plantensoorten in Zoetermeer

Farmers Defence Force (FDF) deed eind juli een oproep aan de Nederlandse overheid incl. de gemeenten om het oprukkende Jacobskruiskruid (Jacobaea vulgaris) “aan te pakken”. Vanwaar deze plotselinge oproep waarin de giftige eigenschappen van deze soort, die al sinds mensenheugenis bekend zijn, zo worden benadrukt? Hebben we te maken met een massale paarden- en koeiensterfte? Zijn er mensen slachtoffer geworden van het eten van honing waarvan nectar op JKK is verzameld?

Planten met alkaloïden

Jacobskruiskruid (JKK) behoort tot de plantensoorten die zogenaamde pyrrolizidine alkaloïden (PA’s) bevatten. Deze stoffen zelf zijn niet giftig maar kunnen worden omgezet in giftige pyrrolen in de lever van koeien en paarden. Vanwege de bittere smaak laten deze dieren het kruiskruid staan. In hooi verdwijnt die smaak zodat het vee het gif alsnog binnen kan krijgen. Schapen en geiten zijn veel minder gevoelig voor de giftigheid omdat bacteriën in de maag het afbreken. De Gezondheidsdienst voor dieren meldt overigens, bij navraag van het ministerie van LNV, dat er de laatste drie jaar geen meldingen zijn van veesterfte dat aan het eten van Jacobskruiskruid kan worden toegeschreven.

Agrarisch beheer is gericht op het gesloten houden van de grasmat

Angst voor oncontroleerbare ontwikkelingen

Modern agrarisch beheer is gericht op het gesloten houden van de grasmat. Zaden van JKK hebben juist open plekken nodig om te kiemen. Aan boeren wordt, bij mijn weten geen stedelijk hooi uit parken en bermen geleverd. Verder heeft onderzoek aangetoond dat 95% van de pluizende zaden van JKK binnen vijf meter van de plant terecht komt. Kortom, de oproep van FDF komt nogal merkwaardig over. Minister Schouten ziet dan ook in haar antwoord op de oproep van FDF geen reden om beleid te ontwikkelen om het oprukkende JKK te beteugelen. Eventuele problemen kunnen volgens haar prima lokaal worden opgelost in overleg met beheerders van aangrenzende terreinen. Zou de angst voor JKK misschien te maken kunnen hebben met het “ongecontroleerd” uitzaaien van “bijenmengsels” in akkerranden en wegbermen in het agrarisch gebied?

Jakobskruiskruid met hoofdjes met slecht ontwikkelde lintbloemen

De opmars van Jakobskruiskruid

Jakobskruiskruid is een typische opportunist die de laatste decennia aan een opmars bezig is. Dit geldt met name in stedelijke gebied; zo hoort het JKK In stedelijk groen en wegbermen bij de 10 meest voorkomende plantensoorten in Zoetermeer. Dit in tegenstelling tot het omringend agrarisch weidelandschap dat het hele jaar louter groen oogt. Wat Zoetermeer betreft heeft het JKK dus volop geprofiteerd van de verstedelijking. De soort is dus in die zin een echte regionale stadsplant geworden. Als oorzaak van de opmars worden droogte, de effecten van een natuurlijker groenbeheer en opwarming genoemd. Ook het uitzaaien van mengsels van inheemse kruiden in het verleden kan meegeholpen hebben aan de verspreiding van de soort. In Zoetermeer kennen we zowel Jakobs, met lintbloemen, als het Duinkruiskruid, zonder lintbloemen, plus vele tussenvormen met al dan niet volledig ontwikkelde lintbloemen.

De ecologische betekenis van Jacobskruiskruid

JKK is in ecologische zin een bijzonder waardevolle inheemse plantensoort. De relatie met de Jakobsvlinder met de geelzwart gestreepte rupsen die het gif opnemen en zich daardoor beschermen tegen vogelvraat, is algemeen bekend. Minder bekend is dat er zo’n 150 soorten insecten waaronder bijen, graafwespen, vlinders en zweefvliegen van het JKK leven waaronder meerdere soorten van de Rode Lijst. Reden genoeg om zuinig te zijn op een plantensoort die zo’n belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit levert.

Vraat door de geel-zwart gestreepte rupsen van de Jakobsvlinder