Een forse korenbloem
Zo af en toe ontsnapt er iets opvallends uit een tuin. Ergens op een stoep in Breda stond zomaar een plant met uit de kluiten gewassen blauwe bloemen. “Mooi hè, die korenbloemen”, zei de bewoonster van het aanpalende woonhuis terwijl ze ook even wees op dezelfde plant in haar voortuin. De plant had op eigen houtje een afstand van ongeveer drie meter afgelegd. Dat ze dacht dat het korenbloemen waren is niet zo gek. Het gaat hier om Centaurea montana en die wordt in veel reclameboodschappen ‘korenbloem’ genoemd. De Nederlandse naam is volgens de Heukels ‘Bergcentaurie’. Op internet kom je ook nog de aanduiding ‘Bergkorenbloem’ tegen. Ook niet gek.
Centaurea montana is hier niet inheems. Het is een verwilderende tuinplant die afkomstig is uit de bergstreken van Midden- en Zuid-Europa. Noordwestelijk tot in België. Intussen is de plant ingeburgerd in Finland en Noord-Amerika. De uitdrukking ‘ingeburgerd’ wil zeggen dat de plant zich op eigen kracht en zonder hulp van de mens kan handhaven en een vaste plaats heeft in de huidige vegetatie. In Nederland is dat nog niet het geval.
Het geslacht Centaurea behoort tot de familie van de Composieten. Het belangrijkste kenmerk van deze familie is het bezit van samengestelde bloemen. Een bekend voorbeeld is de zonnebloem. Wat de meeste mensen één zonnebloem noemen is in feite een platte schotel met daarop vele bloemetjes. De schotel is omgeven door een krans van groene blaadjes: de omwindselblaadjes.
De bergcentaurie is een dankbare tuinplant die bloeit van mei tot in september. Hij wordt ongeveer 50 cm hoog. Ieder jaar komt deze centaurie trouw terug. Alleen niet altijd op dezelfde plaats als waar hij is geplant. De soort heeft de neiging zichzelf uit te zaaien en door worteluitlopers z’n eigen plekje te veroveren. Misschien is de plant van de foto onder de stoeptegels doorgekropen en daarmee eigenlijk hetzelfde individu als het exemplaar in de genoemde voortuin.
Verwarring met andere in ons land voorkomende Centaurea-soorten ligt niet erg voor de hand. De enige andere soort met zulke blauwe bloemen is de korenbloem, maar die heeft lijnlancetvormige bladeren. Wellicht ontstaat er ooit verwarring met Centaurea triumfettii, die in Zuid-Europa voorkomt. Deze heeft wittere en langere franje op de ook meer viltig behaarde omwindselblaadjes. Het omwindsel van C. montana is eirond en bestaat uit aan de rand zwarte, franjeachtig gezaagde blaadjes, waarvan de zaagtanden omstreeks even lang als of korter zijn dan de vliezige rand.
De geslachtsnaam ‘Centaurea’ is afgeleid van het Griekse kentaureion. Een Centaur is een fabelwezen dat half mens half paard is. Het verband tussen de plant en een centaur zou zijn dat een kentauer-arts met dit kruid wonden genas. De soortaanduiding ‘montana’ betekent ‘berg’.