Vingerhelmbloem

Vingerhelmbloem in Deventer

Stinsenplanten zijn planten die buiten hun oorspronkelijke voorkomen zijn aangeplant en daar verwilderen. In Deventer zijn een aantal soorten die tot de stinsenplanten worden gerekend verwilderd, waaronder Vingerhelmbloem. Vindplaatsen van Vingerhelmbloemen beperken zich niet tot de parken als het Rijsterborgherpark. De oude begraafplaats en een talud langs bij het station kleuren in maart paars van de Vingerhelmbloem. Sporadisch is Vingerhelmbloem buiten het centrum te vinden en dan vrijwel altijd in bosjes met een humeuze bodem.
Vingerhelmbloem heeft zich in diverse tuinen in de buurt van het park verspreid en is zelfs over de tuinmuren heen gekomen. Aan de IJssel vlakbij het Rijsterborgherpark staat Vingerhelmbloem aan de rand van het voetpad grenzen aan een aantal tuinen.

Vingerhelmbloem (Corydalis solida) en Grote sneeuwroem (Scilla forbesii) en de bladen van de Overblijvende ossentong (Pentaglottis sempervirens)

Natuurlijk voorkomen

Naar waarschijnlijkheid is Vingerhelmbloem in Deventer een stinsenplant. Vingerhelmbloem heeft zijn natuurlijke verspreidingsgebied in een strook van Frankrijk/Italië tot in het midden van Rusland. Het verspreidingsgebied overlapt met dat van de Beuk (Fagus sylvatica). De noordwestelijke uitlopers van zijn verspreidingsgebied lopen tot in Limburg. Volledig onomstreden is dat niet. Door de vele aanplant vanaf de 16de eeuw en de daaropvolgende verwildering is Vingerhemlboem te beschouwen als ingeburgerd.

Vingerhelmbloem en Holwortel

In diverse flora’s wordt de soort als zeldzaam omschreven. In Deventer zijn behoorlijk wat plekken te vinden waar Vingerhelmbloemen te vinden zijn. Soms staat er een wat grotere versie tussen. Dan is het raadzaam goed te kijken naar de schutbladen. Vingerhelmbloem onderscheid zich van een andere gelijkende soort, de Holwortel (Corydalis cava). Holwortel bloeit in dezelfde tijd, staat op dezelfde plekken, want ook stinsenplant, en lijkt best veel op Vingerhelmlboem. Gemakkelijk kenmerk is het schutblad dat bij de Vingerhelmbloem handvormig is en bij de Holwortel een gaafrandig is. Verder is Holwortel veelal een stuk forser dan de Vingerhembloem. De uitleg van de wetenschappelijke naam geeft ook een aanwijzing voor een belangrijk verschil. De wetenschappelijke soortnaam solida duidt op de niet holle, hazelnoot grote wortelknol (solida: vast), dit in tegenstelling tot de C. cáva of Holwortel (cava: hol), die een holle knol bezit.

Fumariaceae

Vingerhelmbloem en meer exact het geslacht Corydalis is samen met de geslachten Fumaria, Ceratocapnos en Pseudofumaria onderdeel van de familie van de papaver en worden ook wel aangeduid met de subfamilie Fumariaceae. Eigenlijk best wel buitenbeentjes van de papavers. Wat betreft bloemvorm lijkt deze subfamilie totaal niet op de papavers met o.a. de klaprozen. De verschillen tussen de geslachten binnen deze subfamilie zijn niet erg groot. Een goed verschil tussen Helmbloemen en de Duivenkervels is de doosvrucht. Die is bij Helmbloemen een peulachtige doosvrucht met meer zaden en bij de Duivenkervels een doosvrucht met 1 zaadje.

Vingerhelmbloem en insecten

Insecten zijn van belang in de levenscyclus van het geslacht Corydalis. De bestuiving van zowel Holwortel als Vingerhelmbloem wordt uitgevoerd door vroege bestuivers met lange tongen zoals de Sachembij en diverse hommelsoorten. De meeldraden in niet-bezochte bloemen staan onder spanning. Zodra de verbinding tussen de zijdelingse kroonbladen wordt verbroken, klappen de stampers bij de Holwortel en Vingerhelmbloem omhoog, tegen de buik van het bezoekende insect. Na het bezoek veren de zijdelingse kroonbladen terug naar hun vroegere positie.
Buiten de verspreiding door het wegschieten van de zaden vindt verspreiding ook plaats door mieren. Het zogenaamde ‘mierenbroodje’ vormt voor de mieren een aantrekkelijke voedselbron en de dieren slepen de zaden mee naar het nest. Hierdoor is het ook mogelijk dat een Vingerhelmbloem over een muurtje kan stappen en zo aan de rand van een voetpad terecht komt.

Chemisch

Vingerhelmbloem, of meer het geslacht Corydalis, bevat diverse alkaloïden waarvan de belangrijkste bulbocapnine is. In de Chinese geneeskunde wordt Vingerhelmbloem al meer dan 1000 jaar gebruikt als pijnstiller. De actieve ingrediënten van de knol worden in de natuurgeneeskunde aangegeven als antibacterieel, kalmerend, zenuwversterkend, krampstillend en hallucinogeen.

Bronnen