Bijvoet en Herfstalsem: dubbelgangers met verschillen

Bijvoet (Artemisia vulgaris)

Artemisia, ofwel alsem is een groot geslacht met, afhankelijk van de bron, circa 200 of 300 vertegenwoordigers. Veel leden van dit geslacht zijn erg aromatisch. Denk aan Zeealsem, Dragon; een keukenkruid of Absintalsem waar de beruchte, tot voor kort verboden, absint van wordt gemaakt. Bijvoet is een van de minder geurige leden. Hij is een algemene soort die overal voorkomt waar ooit is gegraven of op een andere manier de bodem is verstoord. Dat geeft ruimte om te kiemen. Als de plant eenmaal is gevestigd kan hij het heel lang volhouden. Dit is anders dan bij klaprozen, die ook opleven na verstoring van de bodem, maar al na een paar jaar zijn verdwenen, Bij Bijvoet kan de verstoring van de bodem wel decennia geleden zijn. Bijvoet is niet echt een typische stadsplant maar omdat in de stad in de grond heel vaak word gerommeld zie je hem daar overal.

Bijvoet aan het begin van de bloei met een brede pluim.

Herfstalsem (Artemisia verlotiorum)

In deze eeuw is een dubbelganger van Bijvoet in Nederland verschenen: Herfstalsem. Deze soort is afkomstig uit China, Japan en Kamtsjatka. Floristen vinden het vaak erg lastig deze twee soorten uit elkaar te houden. Ergens is dit raar, want er zijn veel verschillen. Ik denk dat ze vooral op het eerste gezicht ze erg op elkaar lijken en we nog niet gewend zijn om op de goede kenmerken te letten.

Er zijn twee belangrijke kenmerken waarmee ze van elkaar te onderscheiden zijn. Herfstalsem heeft uitlopers en de solitaire stengels staan vaak op een rijtje terwijl Bijvoet vele stengels heeft die uit één wortelbasis ontspruiten. De stengels van Herfstalsem kunnen wel dicht bij elkaar staan net zoals dit vaak te zien is bij Late Guldenroede. Het tweede verschil is dat Herfstalsem heel laat bloeit; vanaf eind september tot diep in oktober terwijl Bijvoet veel vroeger in augustus begint.

Herfstalsem met stengels netjes op een rijtje. Ander uitlopers buiten de haag zijn gewied,

Andere kenmerken

Er zijn nog meer onderscheidende kenmerken. De stengels van Bijvoet beginnen zich in juni te vertakken waarna de brede bloeipluim zich vormt. De stengels van Herfstalsem zijn een lange vrijwel onvertakte spriet . De meeste mensen vinden Herfstalsem geurig en Bijvoet niet, maar omdat de individuele beleving van geur erg kan verschillen zijn er genoeg mensen die het andersom beleven of helemaal niet. Dan het blad. De rozetbladeren tussen beide soorten zijn wel goed te onderscheiden. Die van Bijvoet zijn vaak maar licht ingesneden en hoe hoger op de stengel hoe sterker de insnijdingen worden en die van Herfstalsem zijn altijd ingesneden. Het jonge blad is zelfs dubbel geveerd.

Het dubbel geveerde blad van Herfstalsem in een jonge rozet.
Een wat minder jonge Bijvoet. Het blad is al aardig ingesneden maar de slippen zijn nog breed.

Maar aan de rozetbladeren heb je na de vroege lente niets, dan zijn ze verwelkt en moet je het met de stengelbladen doen. De bladslippen van het stengelblad van Bijvoet hebben vaak meer tanden terwijl die van Herfstalsem alleen een enkele keer een wat grotere subslip hebben. En nu het kenmerk dat regelmatig aanleiding tot discussie geeft. Herfstalsem zou veel langere en smallere bladslippen hebben. Tenminste in het bovenste deel van de plant. Dat blijkt in de praktijk dus een lastig te beoordelen kenmerk.

Een mooie tabel met de verschillen tussen beide soorten is te vinden in een artikel in Gorteria in 2007 van Remco Andeweg. Er zijn meer verschillen dan ik hier vermeld. Onderaan deze blog staan twee linkjes om het artikel te downloaden.

Herkomst

Herfstalsem is in 1873 in Frankrijk voor het eerst in Europa gevonden en in de vijftig jaar erna in de delen van Europa met warme zomers algemeen geworden. In Zuid-Frankrijk is Herfstalsem nu algemener dan Bijvoet. Opvallend is dat de soort via Noord-Amerika in Europa terecht is gekomen. Ook 150 jaar geleden was transport van mens en goed een belangrijke bron van verspreiding van soorten. Door de opwarming van het klimaat is Nederland geschikt voor deze soort.

Herfstalsem in mijn tuin

Ik heb twee jaar geleden in de nazomer een exemplaar waarvan ik vermoedde dat het Herfstalsem was in mijn tuin geplant. Het jaar erop kwam een spriet omhoog die wel twee meter lang werd. Pas eind oktober kwam deze spriet tot bloei. Dus toch Herfstalsem, hoewel er geen uitlopers waren. Ik vergat deze plant totdat ik in het voorjaar in een heksenkring van vier meter doorsnede tientallen rozetten van Herfstalsem zag verschijnen.

Herfstalsem in mijn tuin april dit jaar. Ongeveer eenderde van de heksenkring.

Het jonge blad was duidelijk niet dat van Bijvoet maar de slippen waren ook niet echt smal. Het is lastig te beschrijven waarin de bladvorm tussen beide soorten verschilt, maar duidelijk is dat alleen de lengte-breedteverhouding van de slippen niet altijd een goed onderscheid vormt. Nu ik medio juli deze blog schrijf en Herfstalsem ruim een meter hoog is verschijnen in de top van de stengel bladeren met lange en dunne slippen. Het jonge blad staat stijf rechtop om de groei-as heen gevouwen. Bijvoet vormt op dit moment zijn bloemen op zijtakken en de uitstaande vertakkingen zorgen voor een brede pluim in de bovenste helft van de stengel.

Het exemplaar dat ik nu heb heeft dus alleen in het bovenste deel blad met smalle en lange slippen. Dat zou een reden kunnen zijn voor de verwarring. Bijvoet heeft nooit smalle slippen en Herfstalsem maar in een deel van de plant. Dus je moet goed opletten naar welk deel van de plant je kijkt en ook in welk seizoen.

Top van een stengel van Herfstalsem

Herfstalsem in Nederland

Er zijn nu 63 vindplaatsen van Herfstalsem bekend. Dat lijkt niet veel maar ik vermoed dat de soort veel algemener is maar niet vaak wordt herkend. Ik zag bijvoorbeeld in juni dit jaar deze soort massaal in Almere-Buiten en ook vond ik de soort in Hilversum, Amsterdam en Muiden. De groeiplaatsen zijn net zo divers als die van Bijvoet. Dus kwam ik haar tegen in het bos, onder een toegangshek van een weiland, in tuinen en plantsoenen en op ruderale overhoekjes in de stad. Ik heb geen idee of deze soort invasief is of wordt, maar de kans lijkt me klein omdat de biotoopvoorkeur vrijwel gelijk lijkt te zijn aan die van Bijvoet. De soort lijkt dus ook afhankelijk van verstoring van de bodem en kan zich daarom niet snel verspreiden.

Herfstalsem een woekeraar?

Meteen na de ontdekking van de vele rozetten Herfstalsem in onze tuin zijn ze allemaal verwijderd behalve één exemplaar dat terecht kwam in een grote pot. Ook nu nog piept er af en toe een Herfstalsem tussen de overige planten omhoog die we dan weghalen. Dat het verstandig is om de Herfstalsem niet de vrije hand te geven zag ik in mei in een tuin in Hilversum. Een prachtig veld van Herfstalsem waar de aangeplante struiken onderhand wel in verdwenen zijn. Dat dit echter niet voor iedere tuin geldt blijkt uit een weggeven exemplaar dat slachtoffer werd van slakkenvraat. Blijkbaar komen in die tuin andere soorten slakken voor dan in de mijne of ze hebben daar minder te vreten. Dus niet in elke tuin hoeft deze soort zich te ontwikkelen tot een plaag. Hoe het ook zij, ik laat mijn exemplaar netjes in een pot staan.

Een tuin in Hilversum overwoekerd door Herfstalsem

Bronnen

Andeweg, R. (2007) Herfstalsem (Artemisia verlotiorum Lamotte) aangetroffen in Rotterdam. Gorteria 32: 161-163  Downloadlink: https://natuurtijdschriften.nl/pub/537440 of https://repository.naturalis.nl/pub/526931
Erhardt e.a. (2002) Zander
Sebald e.a. (1996) Die Farn- und Blütenpflanzen Baden-Württembergs, Band 6
Verloove, F. (2003) Artemisia verlotiorum in Vlaanderen: recent uitbreidend of lang over het hoofd gezien?. Dumortiera 81: 76-81
Verloove, F. Andeweg, R. Artemisia princeps L. (Asteraceae), an overlooked invasive Far Eastern weed in Western Europe Downloadlink:https://natuurtijdschriften.nl/pub/708416
Weeda e.a. (1991) Ecologische Flora deel 4